1 Sabaku, koereiger
Egretta ibis
Een kleine witte reiger met gele snavel, korte nek en gele poten.
In de broedtijd hebben de vogels oranje-geel verlengde veren aan kop en borst. Lengte 43 cm.
De soort heeft een heel groot verspreidingsgebied dat zich nog steeds uitbreidt: Afrika, Zuid-Europa, Zuid- en Oost-Azië, Noord- en Zuid-Amerika. Hij heeft zich pas rond het einde van de negentiende eeuw in de Guyana's gevestigd.
Tegenwoordig vinden we hem talrijk in open gebieden, overal waar vee aanwezig is. Geduldig volgen ze de koeien, loerend op vooral sprinkhaantjes die voor de koeiepoten wegspringen. Langs de kust broeden sabaku's samen met andere kleine reigers en rode ibissen in grote kolonies in de mangrove. Maar de broedkolonies meer landinwaarts, bijvoorbeeld langs de Kwatta en zelfs in de omgeving van Paramaribo, bestaan uitsluitend uit sabaku's. Ze brengen de nacht met andere reigersoorten door op gemeenschappelijke slaapplaatsen in struiken en lage bomen langs de kust en de rivieren. Laat in de middag kun je ze zo ter hoogte van Paramaribo van alle kanten over de rivier aan zien komen vliegen.