| |
| |
| |
Voorkeur voor afkeuren
aanname |
germanisme voor veronderstelling, hypothese |
afflauwen (afzwakken, afmageren) |
germanisme voor verflauwen (verzwakken, vermageren) |
afgelasten |
gelastte af - afgelast |
afkorting |
achter elke afkorting een punt, dus prof. dr. ir. mr., uitzonderingen zijn sommige letterwoorden, codewoorden; symbolen zonder punt. |
afschrift dezes |
staande uitdrukking voor een afschrift van deze brief of een afschrift hiervan; |
|
de ook wel voorkomende uitdrukking afschrift dezer kan worden gebruikt voor een afschrift dezer beschikking. |
afwachting, in |
verkeerd is n afwachting uwer berichten, goed in afwachting van uw berichten: de voorzetselgroep moet bewaard blijven, dus in weerwil van mijn waarschuwing e.d. |
akkoord |
niet wij vertrouwen u ermede akkoord, maar wij nemen aan dat u ermee akkoord gaat |
aldaar, alhier |
twee oude met al versterkte vormen, daar en hier zijn meestal voldoende, in adressen is alhier verkieslijk boven en ville |
alhoewel |
het voegwoord is al (met woordschikking van een hoofdzin) of hoewel (met woordschikking van een bijzin) |
als, indien, wanneer |
in zinnen die een voorwaarde aangeven, zijn alle drie goed, als het gewone, indien het zondagse (en daardoor wat sterkere), wanneer het doodgewone met een tikje tijdsbepaling erin |
als zodanig |
pas op met die uitdrukking, in vele gevallen betekent zij volstrekt niets |
alsmede |
betekenis en ook, werkwoord in het enkelvoud in bijvoorbeeld: de aflossing alsmede de rente moet worden betaald |
andermans |
goed is een andermans fout, het is niet nodig er eens andermans fout van te maken |
Antilliaans |
bijvoerglijk naamwoord bij de Antillen |
antwoord op, in |
geijkte uitdrukking voor het begin van een brief; ook kan ten antwoord op of als antwoord op |
| |
| |
arren moede, in |
oude uitdrukking niet in de betekenis ‘in wanhoop’ maar: in boosheid, toorn, woede |
atoomenergie |
moet (volgens de natuurkundigen) zijn: kernenergie |
automatisering |
gebruik het gerust in plaats van de (Amerikaanse) inkorting automatie, aan de Delftse T.H. is een leerstoel voor de automatisering |
bang, ik ben - dat |
navolging van de Engelse ‘understatement’ I am afraid, Nederlands is het spijt me maar enz. |
beduidend |
germanisme voor aanmerkelijk, aanzienlijk e.d. |
begaving |
germanisme, Nederlands is begaafdheid |
begeesterd, begeestering |
germanisme voor geestdriftig, geestdrift; |
beitsen |
let op de (korte) ei |
beleefd |
u maakt uw verzoek niet beleefd door er beleefd bij te zetten: ik verzoek u beleefd mij tienduizend gulden voor te schieten |
belevenis |
germanisme voor ervaring, avontuur, ondervinding, lotgevallen |
bemonsteren |
germanisme voor monsters zenden, een bemonsterde offerte moet zijn een offerte met monsters |
benadrukken |
ziet er Duits uit, liever beklemtonen |
benodigd |
geen germanisme, u kunt het wel korter zeggen: nodig |
benutten |
in algemene betekenis van gebruiken is het Duits, een gelegenheid benutten kan, papier benutten kan niet |
bestand |
germanisme in de betekenis van voorraad |
bestendig |
germanisme in bijvoorbeeld vuurbestendig, moet zijn -vast, bestand tegen, bijvoorbeeld weervast, hittevast, bestand tegen slijt |
billijk |
germanisme in de betekenis van goedkoop |
brengen |
dit werkwoord past op alles: een concert, een boek, een artikel, een toneelstuk brengen; een hinderlijk germanisme; zoek telkens een beter woord |
bridgen |
bridgede, gebridged |
bottle neck |
Engels woord voor knelpunt |
casu quo |
in het geval waarin, bijvoorbeeld: de doorslag geeft de stem van de voorzitter, casu quo zijn vervanger |
casu, in |
in dit geval, bijvoorbeeld: de chef van de afdeling, in casu de heer Van Houten |
clever, keen |
twee nette Engelse woorden die bijval oogsten als u het bargoense gis bedoelt. |
concreet |
woord dat in een behoefte blijkt te voorzien: de huidige problematiek der concrete conflictsituatie |
dagen |
betekent 1) op een bepaalde dag ontbieden (de gedaagde) |
|
2) dag worden (het daagt) en niet: vergaderen, bijeenkomen |
| |
| |
des neen |
fraaie vorm voor dat niet, hangt samen met wes neen |
desbetreffende |
betrokken, bedoelde, genoemde ‘waar ik het over heb’, dus niet de betreffende brief maar de desbetreffende brief |
directeur |
als de directeur van het kabinet der Koningin een vrouw is, wordt de titel niet directrice; wettelijke titels blijven onveranderd, bijvoorbeeld: hoogleraar, professor, minister; hooglerares is onmogelijk. |
doelstelling |
meestal gewoon doel of bedoeling, in het meervoud is het soms handig |
doord rukken |
veel gehoord germanisme in de betekenis van met alle kracht doordrijven |
doornemen |
germanisme in een boek e.d. doornemen, moet zijn doorwerken, doorlezen e.d. |
doorpraten |
modern woord, we hebben de kwestie samen doorgepraat, vroeger was het bespreken, bepraten |
doorvoeren |
een op velerlei zaken passend germanisme: maatregelen doorvoeren, zoek een beter woord, bijvoorbeeld invoeren, volvoeren, uitvoeren |
dorst |
oude verleden tijd van durven, mag niet als plat worden beschouwd |
durven (te?) |
vroeger ook zonder te: ik durf dat doen, tegenwoordig meer met te: durf te leven |
eenduidig |
tegenovergestelde van dubbelzinnig, vakterm in de wiskunde, doet zeer Duits aan, het indertijd voorgestelde enkelzinnig verdient een kans |
eenmalig |
germanisme voor eenmaal voorkomend, soms vakterm, in elk geval verwerpelijk in de betekenis van uniek |
effectueren, zich |
mooi woord voor verwezenlijkt worden |
eikeboom |
alle samenstellingen met boom en struik als tweede lid hebben een - e - als tussenklank |
er, hier, daar, waar |
als het erbij behorende woord ernaast staat, dan als één woord spellen, dus: erbij, daarvan, waarover |
erven |
erfde, geërfd en dus niet: georven |
festival |
nieuw Europees woord voor feest en alles wat daarop lijkt, bijvoorbeeld Holland festival, klaverjasfestival, deze film is een lachfestival |
folder |
Engels woord voor vouwblad |
gedegen |
germanisme, Nederlands is degelijk |
gelieve, u |
uit de tijd rakende uitdrukking voor ik verzoek u enz. |
gelijkberechtigd |
germanisme voor gelijkgerechtigd |
gesprek |
pas ervoor op dat u dit woord niet ‘leeg’ maakt, bijvoorbeeld in het directe gesprek op topniveau |
| |
| |
getuige |
in een zin als dit is verwerpelijk getuige de vele bezwaren enz. kan men getuige (oorspronkelijk zelfstandig naamwoord) het beste beschouwen als voorzetsel in de betekenis van blijkens; dus liever niet: getuigen |
goodwill |
geijkt woord voor een moeilijk omschrijfbaar begrip |
grammofoon |
de oorspronkelijke spelling is met twee m's; het komt van het Griekse gramma (letter, klank) |
handmerk |
Nederlands woord voor paraaf |
hang |
germanisme in de betekenis van neiging |
heer, den |
het is hier niet verplicht de n te gebruiken; (aan) den Heer kan men als staande uitdrukking gebruiken; als u van statige titels houdt, gebruik ze dan goed, dus: den Weledelen Heer |
heer |
aan de heer inspecteur, aan de heer directeur enz. op brieven doet gekunsteld aan, heer kan rustig wegblijven; een inspecteur die deswege gebelgd is, is geen heer |
hereboer |
uitzondering op de regel van de tussenklank, men vergelijke ermee herenkleding |
hergroeperen |
hergroepeerde, gehergroepeerd |
herkapitaliseren |
herkapitaliseerde, geherkapitaliseerd |
herverzekeren |
herverzekerde, herverzekerd |
het moet (dient) gezegd |
hakkerige zin voor het moet (dient te) worden gezegd |
hoe maakt u het |
mompeling na het voorstellen, waarschijnlijk Engelse invloed, aangenaam (met u kennis te mogen maken) voelt men blijkbaar als ‘kleinburgerlijk’ |
honderden mensen |
honderden is een meervoud en géén bijvoeglijk naamwoord; fout is dus honderde mensen |
hoogachtend |
onmisbare slotformule op het einde van een ‘zakelijke’ brief; met een kleine letter als u erin slaagt het op ongedwongen wijze in de laatste zin op te nemen; het handigste is de laatste briefzin met een punt te eindigen en dan Hoogachtend te schrijven. Dus niet in afwachting, hoogachtend, maar Wij wachten enz. af. Hoogachtend |
hopelijk |
onuitroeibaar blijkend germanisme voor naar ik hoop |
kelner |
algemeen aanvaard Duits woord, spelling met twee l's is terecht afgeschaft |
koppelteken |
verkeerd in particuliere- en overheidssteun, moet zijn steun van particulieren en overheid; men vergelijke ermee melk- en andere boeren |
kortelingsiker |
goed Nederlands bijwoord voor onlangs |
-iker |
Duits, in het Nederlands doet men klassiek, dus technicus, chemicus, epilipticus |
| |
| |
ingesteld zijn op |
germanisme voor ingericht, berekend, gericht zijn op |
leerkracht |
in veler oren vervelende abstractie voor onderwijzer, leraar |
lekebroeder |
het eerste gedeelte wordt als bijvoeglijk naamwoord beschouwd, men vergelijke ermee lekenwijsheid |
lidteken |
foute spelling voor litteken |
lidwoord |
modeverschijnsel om het lidwoord weg te laten bij ondergetekende, gegadigde, sollicitant, verzekerde enz. |
liggen |
zitten, staan, lopen, gaan, liggen zijn ‘loze’ werkwoorden met uiteenlopende gebruiksmogelijkheden we zitten verlegen om, dat staat te bezien, dat gaat goed, het loopt verkeerd; zeer populair wordt liggen in dat probleem ligt anders, de prijzen liggen hoger, riekt Duits |
-lijk |
snel aan populariteit winnend achtervoegsel: bestuurlijk, levensbeschouwelijk, inzichtelijk; maak het echter niet te bont ermee |
maagbezwaren |
germanisme, moet zijn maagklachten |
maatgevend |
germanisme voor doorslaggevend, beslissend, bepalend, is in technische taal vakterm geworden (helaas) |
materiaal, het |
grondstof |
materieel, het |
machines, gereedschappen, wagens enz. |
matig |
zeer Duits aandoend achtervoegsel, annvaard zijn doelmatig, kunstmatig, rechtmatig, stelselmatig, het woord regelmatig is een normale afleiding van regelmaat |
meemaken |
sterk op het Duits geïnspireerd woord dat op uiteenlopende zaken past, neem liever telkens een ander woord, bijvoorbeeld een vergadering bijwonen, een avontuur beleven, ik heb veel moeten doorstaan |
meerdere |
germanisme in de betekenis van verscheidene, verschillende |
melden, zich |
moet zijn zich aanmelden |
middels |
ambtelijk germanisme voor door, door middel van, met, met behulp van |
minst, niet in het |
verwar deze uitdrukkingen niet, de eerste |
minst, niet het |
betekent in het geheel niet, de tweede vooral |
mits |
voegwoord dat sterke voorwaarde aangeeft; goed is de korte taalvorm: u kunt komen mits na kennisgeving |
-name |
op enige uitzonderingen na (deelname, opname) liever -neming: kennisneming, inbeslagneming |
naweek |
Afrikaans woord voor weekend, dat een kans verdient in het Nederlands; men vergelijkeermee: najaar, nawinter, nazomer, napret, nasmaak |
| |
| |
neven |
drukt in samenstellingen het begrip naast en gelijkheid uit, dus niet nevenverdienste maar bijverdienste |
noch |
ruime keuze, goed zijn: noch mijn vader noch de tuinman zien (ziet) het; mijn vader noch de tuinman zien (ziet) het |
ofte |
oude vorm van of, aan elkaar schrijven, bijvoorbeeld nooit ofte nimmer |
oftewel |
betekent anders gezegd |
onbestemd |
germanisme voor vaag, onzeker, onbepaald |
onderkennen |
geen bezwaar, het betekent zowel onderscheiden als herkennen |
onderwerpelijk |
verouderd voor 1) deze, dit (onderwerpelijke aangelegenheid) |
|
2) subjectief (onderwerpelijke mening) |
ongeacht |
tot voorzetsel geworden deelwoord, bijvoorbeeld ongeacht de bezwaren, men vergelijke ermee uitgezonderd |
opvoeren |
germanisme in de betekenis van verbogen, vergroten |
overhalen |
Nederlandse zeilterm, betekent niet reviseren (to overhaul) |
overlappen |
ingeburgerd modern Nederlands woord, uitspraak met de a van kat; overlapte, overlapt |
overleggen |
klemtoon op over (tonen): legde over, overgelegd; klemtoon op -leggen (overwegen): overlegde, overlegd |
overtrekken |
anglicisme in de betekenis van overdrijven |
overtuigd |
verkeerd is: ik ben overtuigd dat hij niets weet, moet zijn: ik ben ervan overtuigd dat enz. |
praktisch |
tegenovergestelde van theoretisch en verder zeer populair woord voor bijna, nagenoeg, schier enz.,liever niet gebruiken in die betekenis |
principe, in |
clicheetje voor het geval dat we een achterdeur willen open houden: in principe kom ik vanavond |
probleemstelling |
meestal gewoon probleem |
promoveren |
goed voorbeeld van de zelfstandige leefwijze van een woord, eigenlijk promoveert iemand niet (aan een universiteit), maar wordt gepromoveerd, men denke aan promotor = de vooruitbeweger, promovendus = de vooruitbewogen moetende worden |
puzzelen |
puzzelde, gepuzzeld |
racen |
racete, geracet |
regelmatig |
pas op voor het verschil tussen regelmatig (met een bepaalde regelmaat, bijvoorbeeld iedere vrijdag) en geregeld (vaak, vrij veel keren) |
research |
Engelse term (die zich rap aan het verbreiden is) in plaats van speurwerk, navorsing of gewoon onderzoek |
| |
| |
reviseren |
liever niet revideren, reviseren past op revisie |
rijkeluiskind |
maak er niet een tweede naamval van, fout is rijkelui' skind; men vergelijke ermee beroepssoldaat, kandidaatsexamen |
rotonde |
verkeerd in de betekenis van verkeersplein |
rugzijde |
germanisme voor achterzijde |
schadeplichtig |
omstreden woord; men is niet verplicht tot schade maar tot schadevergoeding; het woord kan evenwel beschouwd worden als een ingekorte samenstelling voor: gehouden tot het voldoen van een door schadeberokkening ontstane schuld |
schap |
nieuw Nederlands woord dat als verzamelwoord voor de verschillende bedrijfschappen dienst doet; men vergelijke met de schap eens het isme |
-se |
komt o.a. voor als achtervoegsel in de betekenis ‘vrouw van’, bijvoorbeeld de burgemeesterse, de generaalse, in Zuid-Nederland ook gebruikelijk in de betekenis ‘streek van’, bijvoorbeeld het Gentse |
service |
jammer genoeg zijn wij er niet in geslaagd voor dit onmisbare moderne begrip een handig, goed Nederlands woord ingang te doen vinden, de CTT heeft voorgesteld 1) bediening (in een winkel) 2) dienstbetoon (extra, gratis) 3) hulpdienst (bijvoorbeeld van een fabriek aan de kopers van bepaalde fabrikaten); het woord service is in spelling en uitspraak moeilijk, het is op weg een heel gewoon woord te worden |
skiën |
skiede, geskied |
sorteren |
onbegrijpelijk geliefd in effect sorteren, juist is effect opleveren |
spijts |
verouderd maar goed Nederlands voorzetsel voor ten spijt van, ondanks |
spits |
modern tekenend woord voor pienter, als germanisme gebrandmerkt in spitsuur, liever topuur, piekuur. |
spoorloos |
hij is spoorloos moet zijn hij is spoorloos verdwenen |
statten |
statte, gestat |
studeren |
zowel in de letteren studeren als letteren studeren |
sub |
Latijns voorzetsel dat onder betekent; dus sub 4 is vermeld en niet: onder sub 4 is vermeld |
suggestie |
verkeerd in de betekenis van advies, wenk, raad, voorstel |
tarifiëring |
niet tarifering, beter is tariefbepaling |
taxiën |
taxiede, getaxied |
team |
modern woord voor ploeg, groep, werkgroep |
tendenz |
Duits, Nederlands is tendentie, tendens |
| |
| |
tenuitvoerbrenging |
schrijf dergelijke samenstellingen aan elkaar; er zijn er tientallen van deze soort: terpostbezorging, ingebrekestelling, tenlastelegging |
tenzij |
voegwoord met de betekenis indien... niet, niet ‘vervoegen’ in een verleden tijd; tenware is verkeerd |
terwijl |
heeft als voegwoord behalve tijdsbepalende ook een tegenstellende kracht, pas echter op voor verschil in tijdstip, dus niet: hij gaat vandaag spelen terwijl zijn vriend gisteren werkte |
test |
probeer eens of u met proef, toets uw bedoeling niet duidelijker weergeeft, bijvoorbeeld een psychologische proef |
tot en met |
algemeen aanvaarde uitdrukking bij de bekendmaking van data, bij alfabetisering in catalogussen e.d., volksuitdrukking voor geheel en al, vergelijkbaar met niemendal |
uitbrengen |
niet een film, een boek uitbrengen maar in omloop brengen |
uitgeefster |
overbodige vervrouwelijking van uitgever, als hiermede de maatschappij wordt bedoeld |
uitproberen |
Duits, zegt niet meer dan proberen, beproeven |
uitwijzen |
germanisme in de betekenis van aantonen of over de grens zetten (ileiden) |
vanwege |
betekent 1. van de kant van, |
|
2. uit naam van, |
|
3. om wille van, ter oorzake van |
vele |
anglicisme in de kentekenen waren vele, Nederlands is o.a. de kentekenen waren talrijk |
verhoudingen |
germanisme in de betekenis van omstandigheden, toestanden |
verkapt |
germanisme voor vermomd, verborgen, slinks |
veroorloofd, geoorloofd |
geen verschil in betekenis, oorloven bestaat niet meer, wel veroorloven |
verzoeken te willen |
ik verzoek u dit te willen doen voorzichtige omschrijving van doe dit, men verzoekt iets te doen en niet te willen |
vocalist(e) |
nieuw woord voor zanger(es), vooral voor personen die ‘eigenlijk’ niet meer echt zingen, maar vocaliseren |
-vol |
staat gevaarlijk dicht bij het Duitse -voll en het Engelse -full, zoek een beter woord voor beloftevol, geheimvol e.d.; als ingeburgerd kan men beschouwen waardevol, eervol |
vormgeving |
goed en handig Nederlands woord, breng het echter niet in diskrediet, dit zeepbakje is mooi van vormgeving betekent dit zeepbakje heeft een mooie vorm |
waar |
onjuist als voegwoord van reden, dus niet waar u dit hebt geweigerd, kunnen wij niets meer voor u doen, maar daar u enz. |
| |
| |
wat betreft de datum |
moet zijn wat de datum betreft |
weermacht |
onaangenaam germanisme voor het leger, de strijdkrachten |
wezen |
goed oud Nederlands werkwoord, het is niet onbeschaafd te zeggen u moet voorzichtig wezen of ik ben wezen kijken; als zelfstandignaamwoord vaak opvulsel, bijvoorbeeld het onderwijswezen, het bankwezen, het perswezen, beter is, het onderwijs, de bank, het bankbedrijf, de pers |
wijzen |
niet zij worden gewezen op hun fout maar hun wordt gewezen op hun fout |
zinnig |
betekenis 1) eigenzinnig |
|
2) gedwee; niet gebruiken als tegenstelling tot onzinnig |
niet zozeer dan wel |
verkeerd voor: niet zozeer als wel |
zuster |
gaat de kant op van voorvoegsel, betekenis ‘tot een zelfde soort behorende’, bijvoorbeeld zustervereniging, zusterorganisatie |
|
|