Over-zeesche zege en bruylofts-zangen(1637)–Jan van der Veen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 59] [p. 59] Evaluatie, Ofte waardye: vande vijf Antwerpsche Cock-Coekx Rymerkens. Veel gerucht Weynich wol. WEl wat dunkt u van dit zootje Die wy stellen op de Ry, Ist ook meer als droge brootje Want daar is geen suyvel by, Meer niet. Niet als bandelose vaatjes Over alle zijen lek, Hafe-noten hol met gaatjes, Mager moefje sonder spek. Meer niet. 'tIs 't geluk van ongelucken, 'tZijn al watten van een niet, 'tSijn al dansers op twee krucken, En al gevers sonder yet. Meer niet. 'tZijn al jagers sonder winden, 'tZijn al visschers achter 't net, 'tZijn al soekers sonder vinden, 'tZijn al wachters op het bedt, Meer niet. 'tZijn al tandelose byters, 'tZijn al villers sonder mes, 'tZijn al kyvers en geen smyters, 'tZijn al leeraars sonder les. Meer niet. Dit ist volk waar is de wagen, Voerman hier is lichte vracht, Crijgsluy wilje pluymen dragen Hier is van u somer dracht. Meer niet. Dit zijn sonder G gesellen,Ga naar margenoot+ Haar geluyt dat schrikt al wat Als gespannen Kallefs vellen Op een hol en ledich vat. Meet niet. Ja sy hebben haar gequeten Als Graaf Jan de Mosselman, Hart gedreycht en luyd' gekreten, Ende kommen kaal daar van, Meer niet. O wat nodeloser werken, O wat schrale schreeuw en schrol Sey de Paap en schoer het Verken, Veel gerucht en weynich wol. Meer niet. Stuer Recht. J.v. Veen, Daventr. margenoot+ Esels gekrijt luyt vreeslijk. Vorige Volgende