39
Iedere morgen ging Jann de deur uit. Hij had dan gegeten en had boterhammen bij zich voor tussen de middag, 's Avonds kwam hij thuis en at dan opgewarmd eten. Natuurlijk had hij szaterdags en szondags vrij. Hij was verplicht om tijdens de werkuren een stropdas te dragen. Hij sprak nooit veel over zijn werk. Vanaf zijn 15e jaar ging hij niet meer naar school. Sommige weekenden kwam hij dronken thuis. Hij onderhield een normaal aantal verhoudingen. Een paar maanden geleden hield hij op met een of andere kursus. Een paar weken geleden weigerde hij vóór de feestdagen naar de kapper te gaan. Hij heeft een vreemde jas, een uiterst kleine zwembroek en ekspansors gekocht. Hij heeft een vriend die judoles geeft, gekregen. Nu, op het moment, ligt hij sinds 37 uur in bed. Hij is niet gaan werken. Hij heeft bij een vriend allerlei boeken gelezen. Hij wil morgen naar Spanje liften. Hij wil bij de wilde vaart gaan. Hij wil chemie en biologie gaan studeren. Hij wil nooit meer uit bed komen. Hij geeft toe niet te weten wat te willen.