De lotgevallen van Huckleberry Finn, Tom Sawyer's makker(1885)–Mark Twain– Auteursrecht onbekend Inhoudsopgave De Lotgevallen van Huckleberry Finn. Hoofdstuk I. Huck moet beschaafd worden. - Mozes in het biezen kistje. - Juffrouw Watson. - Tom Sawyer op den uitkijk. Hoofdstuk II. De ontvluchting der knapen. Jim-Jim! - Tom Sawyer's bende. - Veelomvattende plannen. Hoofdstuk III. Een flinke uitbrander. - De zachtmoedigheid zegeviert. - Roovertje spelen. - De geesten. - ‘Een van Tom Sawyer's leugens.’ Hoofdstuk IV. Langzaam maar zeker. - Huck en de rechter. - Bijgeloof. Hoofdstuk V. Huck's vader. - Een teerhartig bloedverwant. - Verbetering. Hoofdstuk VI. Hij gaat naar den rechter Thatcher. - Huck besluit te vertrekken. - Hij denkt er over na. - Staathuishoudkunde. - De ouwe scharrelt rond. Hoofdstuk VII. Opgesloten in de hut. - Toebereidselen tot de vlucht. - Een plan ontworpen. - Een beetje rust. Hoofdstuk VIII. Slapen in het bosch. - Uit den dood opgewekt. - Op wacht! - Onderzoek van het eiland. - Een voordeelig dutje. - Jim gevonden. - Jim's vlucht. - Voorteekens. - ‘Zoo'n eenbeenige neger.’ - Bileam. Hoofdstuk IX. Het hol. - Het drijvende huis. - Een goede vangst. Hoofdstuk X. De vondst. - De oude Hank Bunker. - Vermomd. Hoofdstuk XI. Huck en de vrouw. - Het onderzoek - Plichtverzaking - Een tocht naar Gosen. - ‘Ze zitten ons op de hielen!’ Hoofdstuk XII. Een langzame vaart. - Geleend goed. - Een wrak aan boord geklampt. - De samenzweerders. - ‘Dat zijn geen goede manieren.’ - Jacht op een boot. Hoofdstuk XIII. Ontsnapping van het wrak. - De bewaker. - Het zinkt. - Een doodslaap. Hoofdstuk XIV. Een prettig leventje. - De harem. - Fransch. Hoofdstuk XV. Huck verliest het vlot. - In den mist. - Op het vlot in slaap gevallen. - Huck vindt het vlot terug. - Uitschot. Hoofdstuk XVI. In afwachting. - ‘Dat goede, oude Caïro’ - Een leugen om bestwil.- Een snelle vaart.- Caïro voorbijgedreven.- Aan wal. Hoofdstuk XVII. Een avondbezoek. - De hoeve in Arkansaw. - Dichterlijke ontboezemingen - Een oude rammelkast. Hoofdstuk XVIII. Kolonel Grangerford. - Aristocratie. - Veeten. - Het testament. - Het vlot teruggevonden. - De houtmijt. - Kool met varkensvleesch. - ‘Ben jij dat, waarachtig?’ Hoofdstuk XIX. Hoe we den tijd doorbrachten. - Een sterrekundige theorie. - ‘De honden zitten ons achterna!’ - De hertog van Bridgewater. - De bezwaren van het koningschap. Hoofdstuk XX. Huck geeft uitleg - Hoe er van de vergadering in de open lucht profijt wordt getrokken. - Een zeeroover in de vergadering. - De hertog als drukker. - Hoe Jim van dienst kan zijn. Hoofdstuk XXI. Oefening in het zwaardgevecht. - Hamlet's alleenspraak. - Een vreemde stad. - De oude Boggs. - De dood van Boggs. Hoofdstuk XXII. Sherburn. - In afwachting van het paardenspel. - Verbazingwekkend geval in de manege. - Het hartroerende treurspel. Hoofdstuk XXIII. Beet genomen. - Vergelijkingen betreffende koningen. - Jim krijgt het heimwee. Hoofdstuk XXIV. Jim in koningskleeren. - Zij nemen een passagier op. - Het nemen van inlichtingen. - Familiesmart. Hoofdstuk XXV. Zijn ze daar? - Er wordt een lofzang gezongen. - Dat kunnen we nu wel missen. - Een eerbiedwaardige overeenstemming. - Begrafenismaaltijden. - Een slechte woordverklaring. Hoofdstuk XXVI. Een vrome koning. - 's Konings geestelijkheid. - Zij vraagt hem vergiffenis - In de kamer verborgen. - Huck neemt het geld weg. Hoofdstuk XXVII. De begrafenis. - De lijkbezorger. - De nieuwsgierigheid bevredigd. - Vermoedens van Huck. - Vlot van de hand, maar weinig profijt. Hoofdstuk XXVIII. De reis naar Engeland. ‘Die onbeschaamde vlegels!’ - Het Onvergelijkelijke Koningsdier. Mary Jane besluit te vertrekken. - Huck neemt afscheid van Mary Jane. - Belroos. - De tegenpartij. Hoofdstuk XXIX. Betwiste verwantschap. - De koning geeft verklaring van het verlies. - Een quaestie over handschrift. - Een kenteeken. - Opgraving van het lijk. - Ontsnapping van Huck. Hoofdstuk XXX. De koning komt op hem los. - Een standje tusschen vorsten. - Uiterst gedwee. Hoofdstuk XXXI. Grootsche plannen. - Jim is weg! - Nieuws omtrent Jim. - Herinneringen aan het verleden. - Op de schapenjacht. - Betrouwbare inlichtingen. - Op weg. Hoofdstuk XXXII. Stil als op een rustdag. - Vergissing in den persoon. - Leelijk in de klem. - Een moeilijke vraag. Hoofdstuk XXXIII. Een negerdief. - Zuidelijke gastvrijheid. - ‘Jou onbeschaamde rekel!’ - Een erg lang Gebed. - Teer en veeren. Hoofdstuk XXXIV. De hut bij het loogvat. - Schandelijk. - Maar een kleinigheid. - Het klimmen langs den bliksemafleider. - Door spoken in angst gejaagd. Hoofdstuk XXXV. Netjes ontsnapt. - Duistere plannen. - Beschouwingen over het stelen. - Een diepe kuil. Hoofdstuk XXXVI. De bliksemafleider. - Het juiste midden. - Een beroep op de nakomelingschap. - Gestolen lepels. - Tusschen de honden. - Een verheven figuur. Hoofdstuk XXXVII. Het laatste hemd. - Een verschrikkelijke herrie. - Dol van woede. - De spokenstaart. Hoofdstuk XXXVIII. Het wapenschild. - Een geslepen opziener. - Ongewenschte roem. - Een netelig onderwerp. Hoofdstuk XXXIX. Ratten. - Lastige slaapkameraads. - De strooien pop. Hoofdstuk XL. Aan 't visschen. - Het bewakings-comité. - Een overijlde vlucht. - Jim raadt een dokter aan. Hoofdstuk XLI. De dokter. - Oom Silas. - Zuster Hotchkiss. - Tante Sally in groote ongerustheid. Hoofdstuk XLII. Tom Sawyer gewond. - Het verhaal van den dokter. - Een goed woord voor Jim. - Tom legt een bekentenis af. - Aankomst van tante Polly. - ‘Geef op die brieven!’ Besluit. Uit de gevangenis verlost. - Betaling van den gevangene. - Uw toegenegen Huck Finn.