Zedenzangen(1720)–Carolus Tuinman– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Raaden. Toon: Reveille vous. 1. 't Is goed een goeden raad te vinden, Maar 't komt op 't uit te voeren aan. Wie zal de kat de bel aanbinden? Wat muizen zullen dat bestaan? 2. Wat konnen zulke raaden baaten, Hoe wys, hoe wel beraamt in schyn, Als men die onverzocht moet laten: Wyl niemand durft de daader zyn. 3. Gy weet wel midd'len voor te dragen: [pagina 77] [p. 77] Maar schuift den last op 's naasten bult, En wilt uw' huid daar niet aan wagen. Mislukt het, 't zal zyn 's anders schuld. 4. Gy woud van ver wel staan bekyken, Wat uitslag doch uw raad genoot; Mits dat gy 't onweêr kont ontwyken, En veilig blyven buiten schoot. 5. Hoor raader, mag ik ook eens raaden, Ik raade, dat gy voor moogt gaan, Om aan te wyzen zulke paden, Als gy wilt and'ren in doen slaan. Vorige Volgende