Zedenzangen(1720)–Carolus Tuinman– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 52] [p. 52] De slimste. Toon: Henderikjes. 1. Hoe geleerder, Hoe verkeerder, Ondervind men menigmaal: En geen ketter Zonder letter, Is een al te waare taal. 2. Grootste geesten, Grootste beesten, Is het geen men dikwyls ziet. 't Zy dan handig, Of verstandig, Zy gebruiken 't weten niet. 3. Zeker, nimmer Zyn 'er slimmer, Dan die beste konden zyn: Want ook even Zo zal geven Zuurste edik zoetsten wyn. 4. Erger vruchten Zyn te duchten Van een welgemesten grond, Dan van zanden, En van stranden, Daar men onkruidzaad in vond. Vorige Volgende