Zedenzangen(1720)–Carolus Tuinman– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Behagen. Toon: Reveille vous. Of Psalm 140. 1. De menschen mogen my niet lyden, Maar 'k maak 't er na, zeid' eens de snaak. Het gaat dus ook in onze tyden. Die waarheid blykt maar al te vaak. 2. O geeft gy aan de lieden reden Tot ongezintheid, 't is uw schuld: En hebt gy op hun teen getreden, Verdraag hun ongunst met geduld. 3. Verbetert zulke misbedryven; Gy zult in beter blaadje staan. Maar om der menschen vriend te blyven, Moet gy geen slinksche gangen gaan. 4. De menschen naar den mond te praaten, En oogendienst, met huichelschyn, Moet, wie een eerlyk man is, haaten, En steeds oprecht in handel zyn. 5. Moest gy der menschen gunst verliezen, Door waarheid en gerechtigheid; [pagina 48] [p. 48] De gunst van God is meer te kiezen. Hy heeft die zulk een toegezeit. 6. O zo gy God maar kont behagen, En Eng'len, door een goed gedrag: Gy hebt naar menschen niet te vragen; Hoe zich de wereld houden mag. Vorige Volgende