De oorsprong en uitlegging van dagelyks gebruikte Nederduitsche spreekwoorden, opgeheldert tot grondig verstand der vaderlandsche moedertaal. Deel I(1726)–Carolus Tuinman– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina *1] [p. *1] Nederduitsche spreekwoorden. Door Carolus Tuinman. [pagina *2] [p. *2] Verklaaring Der Titelplaat. IN dezen Lusthof ziet gy Neêrlands Maagd gemaalt, Gezeten by een Bron, die gulle stroomen straalt. Een Tuinman bied haar aan een korf vol schoone bloemen. 't Is menig Spreekwoord, daar ons Neêrduitsch op kan roemen, Ontleent van Land, en Zee, en wat men daar op ziet, En zag. Men stoote zich aan zedig boerten niet. Plukt met een volle hand de roozen, die hier bloeyen: Maar laat het strinkkruid, dat hier onder meê mogt groeyen, Dus word de Moedertaal verçiert, en opgeklaart, Die and're spraaken door dien pronk ruim evenaart. Hy dwaalt, die 't taalgeheim waant innig te doorgronden. Maar Spreekwoords zin en kracht niet recht heeft uitgevonden. Gy Vaderlanders, die dier menig dag'lijks hoort, Ziet hier den oorsprong en de klemtaal nagespoort. Laat voor den Papegaai 't geleerde na te klappen, Waar van hy niets verstaat. O dat 's maar ydel snappen. Weet wat gy zegt, en wat een ander tot u spreekt, Daar dikwijls oudheid, en verborgen zin in steekt. Men ging de noot voor u ontbolsteren en kraaken, Op dat gy zoet en keest in haare kern zou smaaken. [pagina *3] [p. *3] [Titelplaat C. TUINMANS NEDERDUITSCHE SPREEKWOORDEN Th. La Cave Sculp. te MIDDELBURG by MICHIEL SCHRYVER 1726.] Vorige Volgende