Mengelstoffen van vele christelijke gezangen
(1709)–Carolus Tuinman– AuteursrechtvrijStemme: Zo rollen d'Eeuwen, &c. pag. 361.
I.
't VErloopen Jaar, volleeft door 's Hemels gunst en zegen,
Verplicht voor zo veel heil elk een tot dankbaarheid.
Nu is mijn Zegen-wensch, dat d'Opper-Majesteit
Ons in 't begonnen Jaar met nieuwe gunst bejegen'.
II.
'k Wensch dat geen Krijgs-trompet mag schat'ren in onz' ooren;
De Laur met bloed bespat word veel te duur betaalt.
De gulde Vrede, die met Palm en Myrten praalt,
Schudd' volheids Overvloed uit haar gift-milden Hooren.
III.
Geen Pest propp' met een oogst van riften tomb en kuilen,
| |
[pagina 378]
| |
En plant de Lijk-cypres bei voor Paleis en Hut.
Ook blijv' de Godsdienst en de Vryheid onderstut.
Met onverwrikb're Staat-en Stad-en Tempel-Zuilen.
IV.
En Hy, die 't al vernieuwt, hervorm' ons oude wezen
Tot nieuwe schepzels, na zijn Beeld; op dat wy Hem
Het nieuwe Lied, vernieuwt, in 't nieuw Jerusalem
Met 't Seraphijnen Heir toegalmen eens na dezen.
|
|