In dit opzicht is er sprake van een gedeeltelijke overwinning van Osama bin Laden. Maar is het in ons land veel anders? Daarover hield de Amsterdamse rechtsgeleerde André Nollkaemper in november 2006 een klemmende rede.
In onze Grondwet is bevordering van de internationale rechtsorde vastgelegd. Maar sinds ‘9/11’ heeft de Nederlandse regering verschillende keren met die rechtsorde gebroken, en dan gaat het niet om details.
Nollkaemper noemt als eerste voorbeeld de politieke steun die het eerste kabinet-Balkenende aan de oorlog tegen Irak heeft gegeven. Premier Jan Peter Balkenende blijft beweren dat deze oorlog volkenrechtelijk is gelegitimeerd. Hij heeft, dankzij een parlementaire meerderheid die dit onmogelijk maakt, tot nu toe een publieke verantwoording in de Tweede Kamer weten te ontlopen. Nollkaemper constateert dat de stelling van het kabinet - dat het hier een rechtmatige oorlog betreft - juridisch onhoudbaar is, omdat er geen machtiging van de VN-Veiligheidsraad tot geweldsgebruik bestaat. Door de oorlog te steunen, handelt Nederland in strijd met de eigen Grondwet.
Maar ook ons militaire optreden in Afghanistan staat op gespannen voet met het internationale recht. Dit optreden is volkenrechtelijk immers gebaseerd op het argument dat wij de Verenigde Staten helpen zichzelf te verdedigen. Het recht op zelfverdediging, en de medewerking van derden daaraan, is vastgelegd in het Handvest van de Verenigde Naties. Maar daarin staat ook dat, zodra dat mogelijk is, deze taak moet worden overgedragen aan de Veiligheidsraad. De oorlog in Afghanistan duurt nu al vijf jaar, maar dat laatste is nooit gebeurd. Nog afgezien van het feit dat het na vijf jaar weinig overtuigend is dat het in Afghanistan nog steeds om zelfverdediging van de Verenigde Staten gaat.
Verder noemt Nollkaemper de weigering van Nederland om toenmalig secretaris-generaal van de Verenigde Naties Kofi Annan te steunen bij diens oproep tot een staakt-het-vuren tussen Israël en Libanon in het najaar van 2006. Maar ook noemt hij de steun die Balkenende uitsprak voor het doodvonnis van Saddam Hoessein,