Liederen van weemoed, wanhoop en waanzin. Gevolgd door Liefdes-, klaag- en politieke liederen. Aliesjes poëziebundel I en II(1974)–Tymen Trolsky– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 102] [p. 102] VI Je had voor je orkesje 'n heel eigen bezetting: 'n drumtrom, 'n triangel, 'n ksilofoon, 'n gong, 'n vuilnisemmer, 'n wasbord en 'n ding-dong- bel, en daar moes je zelf zó om lachen dat de petting die je uitvoerde met je gouwe, ouwe basgitaar je zelf ontging, je zette zowat álles op haar en snaar om 't goed te krijgen, en, wat ik bijna nog zou vergeten: je bespeelde zelf alle instrumenten, alleen! je zweette je rot, 't was 'n vertoon, zo óngewoon, dat horing en zien verging, en daarom kwam die storing - je speelde juist heel ontspannen 'n kwieke dum-dum- jazzmelodie, zo zacht en toch zo woest, dat zelfs je plectrum 'r van huilen moest! - wel héél ongelegen: je was bijna klaar, maar: d'r zat geen een snaar meer op je mooie basgitaar! Vorige Volgende