Liederen van weemoed, wanhoop en waanzin. Gevolgd door Liefdes-, klaag- en politieke liederen. Aliesjes poëziebundel I en II(1974)–Tymen Trolsky– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 99] [p. 99] III Je voelde 'r veel voor om 'n kaartje te leggen met m'n drie debiele oompjes, die waren als haasjes bij elkaar gekropen, en schenen niet van zins, eilaasjes! om 'n kaartje met je te keren, integendeel; ontzet keken ze je aan, je wist niet waar je 't had. ‘Kom aan, jullie zijn toch...’, zo trachtte je hen te porren, ‘prachtige, ferme baasjes!’, maar met hun dorre ogen en gele snorren keken ze je stuntelig - ‘'n gat in hun verstand hebben ze!’ zei je later nog - en troostloos aan. 't Kan zijn dat die smog op hun netvlies je zo weemoedig heeft gemaakt, in elk geval, je bent vreselijk buiten zinnen geraakt: ‘Ik wil niet dood!’, je ogen rilden in hun kassen, en ook nog: ‘Ik wed, ze kunnen niet eens meer plassen!’ Vorige Volgende