Liederen van weemoed, wanhoop en waanzin. Gevolgd door Liefdes-, klaag- en politieke liederen. Aliesjes poëziebundel I en II(1974)–Tymen Trolsky– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 81] [p. 81] Vijf vrolijke wijsjes zonder notenschrift [pagina 83] [p. 83] Redengeving Je bent nog te klein voor je kano alleen op zee je zult je boeg kapot varen op de zon op de meisjes van koraal op de bergen vol wormen die je handen stuk willen lezen. Daarom je eet weemoedig van de rotsen je plukt stenen verzilvert schubben van vissen dood in de wind. Maar wat is beter: Als 'n schol ruggelings te drijven in de blikkerende open pan van de zee als 'n olievlek op wankelend water of, in de oksel van 'n maannacht, schreeuwend te vallen als 'n traan uit 't oog van 'n meeuw - de mond van de zeester tegemoet die je vlecht wil kussen - of: 'n Hoed te vlechten voor de kindse oude man die bloemen bindt in jouw haar sombere mijmeringen te plukken uit de keel van de kolk - zwart, zwart, beneden je de vacht te kammen van de wind boven op de ruwe borsten van de berg. [pagina 84] [p. 84] Want wat? als de zomer behoedzaam springt van rug op rug van inktvissen naar onze kust en jou niet meer kent! In jouw zand paren vogels met vissen knaagt 't gras aan de steen van armoe en ook liggen 'r beenderen van boten te roesten in de rekken van de dood. Jij jij huilt met je haren in de wind roofzuchtig hunkerend naar geluk naar de wind die jou ontkleden en kussen zal en móet en wíl! Vorige Volgende