merd: 0) is eveneens elementair; iets minder geldt dat voor het laatste hoofdstuk, over semantiek handelend: dit is meer een theoretische toegift, voor wie er belang in stelt.
Onderwerpen als fonetiek, fonologie en spelling zijn niet opgenomen. Daarover bestaan voldoende aparte publikaties; strikt genomen behoren ze ook niet tot de grammatica, die we hier uitsluitend als zinsleer en woordleer hebben opgevat.
Ondanks het inleidende karakter van de meeste hoofdstukken is een zekere kennis bij de gebruiker voorondersteld; enige bekendheid met grammaticale termen en begrippen is geïmpliceerd. Deze voorkennis is ook nodig bij het lezen van secundaire literatuur: bij iedere paragraaf behoort - voorzover daar aanleiding toe bestaat - een literatuuropgave; enerzijds fungeert deze als verantwoording van gebruikte studies, anderzijds als wegwijzer bij voortgezette zelfstudie.
Ook het woord ‘overzicht’ had in de titel kunnen verschijnen, zeiden we hierboven. Uiteraard betekent dat niet: volledigheid. Veeleer kan het karakter van een overzicht blijken uit het naast-elkaar stellen van de verschillende zienswijzen die in de Nederlandse taalkunde voorkomen. Daarbij is naar duidelijkheid en objectiviteit gestreefd, zonder dat - naar we hopen - een zielloze compilatie daaruit resulteert. Niet alleen in de keuze, maar ook in de presentatie van de stof, waarbij herhalingen soms onvermijdelijk bleken, is een stuk persoonlijke benadering verwerkt, herkenbaar voor wie daar oog voor heeft. Vooral die presentatie is eenmanswerk geweest, voorzover men daarvan nog kan spreken bij een wetenschapsgebied dat gemeengoed is. Eenmanswerk geldt trouwens altijd maar tot op een zeker niveau: veel ben ik verschuldigd aan de gesprekken met mijn vakgenoten aan het Instituut De Vooys te Utrecht en met mijn collega's aan de COCMA te Utrecht. In het bijzonder moet ik daarbij noemen mijn collega F.Ch. van Gestel, die een groot gedeelte van het manuscript heeft willen lezen en dit van waardevolle kanttekeningen voorzag. Voorts ben ik veel dank verschuldigd aan Mevr. M. Klein-Visscher en Mevr. C.M.A.A. Sleeboom-Van Oosterhout, die onwaardeerlijke hulp verleenden bij het persklaar maken van de kopij, alsmede de heer M. Klein, die behulpzaam was bij de samenstelling van het register.
M.C.v.d.T.