Zangen, ter gelegenheid van de algemeene vergadering der Maatschappij: tot Nut van 't Algemeen, op dinsdag, den 11den augustus, 1835.
(1835)–Hendrik Tollens– Auteursrechtvrij
[pagina 7]
| |
Aria.
Wat menschenhanden duurzaamst bouwden,
Is mot en roest ten buit;
Gods werk-alleen kent geen verouden:
Geen eeuwen delgen 't uit.
Zoo schendt geen ijzren tand der jaren,
Die alles sloopt en rooit,
Hier veld en boogaard ooit:
De Godheid laat haar werk niet varen:
De kiemen, waar wij d' oogst van garen,
Zijn hier door Haar gestrooid.
Koor.
Die kiemen botten allerwegen
En wortlen meer en meer!
Geen rots - geen zandzee houdt haar tegen,
Geen vloed verstikt haar weêr!
Eens, eens is de aarde vol van zegen
En vol van jezus leer.
Slotkoor.
Zoo als de plant, in 't welig stijgen,
Zich meer en meer verspreidt,
Zoo wordt de bloesem aan de twijgen
Rondom haar uitgebreid.
Zoo als het Christendom, onsterflijk
En onverouderd, bloeit,
Zoo zijn de vruchten onverderflijk,
Van uit dien boom gegroeid.
TOLLENS.
|
|