Inhoudsopgave
[Liedjes van Matthias Claudius]
Berigt voor den eersten en tweeden druk.
Nieuwjaarslied.
Serenade, in het bosch te zingen.
Landmans ochtendlied.
De neger in de suikerplantaadje.
Dagelijksch lied.
Toen Dafné ziek was.
Lied.
Op een zelfmoorder.
Na eene ziekte.
Kroon en scepter.
Avondlied.
Moeder Rebekka.
Krijgslied.
Lied om regen.
Lied van de schoolkinderen te ***, aan hunne kranke weldoenster.
De hen.
Landmans avondlied.
De vrijheid der drukpers.
Eene fabel.
Rhijnwijnlied.
Aan een beek.
De gelukkige boer.
Ter uitvaart van J ***.
Op 's konings verjaardag.
Voor mijn hond.
Aan Rebekka.
Op onze zilveren bruiloft.
Winter-landlied.
De wijsgeer en de zon.
Wiegeliedje.
Vrede en oorlog.
Toen de zoon van den kroonprins bij de geboorte was gestorven.
Lied.
Lied na den vrede van 1779.
De mensch.
De groote en de kleine hond.
Eene fabel.
Winterlied.
In de meimaand.
De boer, na zijn geëindigd proces.
De geschiedenis van David en Goliath.
De ezel.
Phidile.
Op den dood der keizerin.
Jurriaans reize rondom de wereld.
Met aanmerkingen.
De navolgers.
[Dichtbloemen, bij de naburen geplukt]
Berigt voor den eersten druk.
Inhoud
* * *
De oude boer aan zijn zoon.
Aan eene juffer, met een hondje op haar schoot.
De jonker van 't Sticht.
De onoverwinnelijke vloot.
Liedje.
Aan de zon.
Lord Gregory.
Jan, die weent en Jan, die lacht.
De leeuwrik en zijn heer.
Hamlets alleenspraak.
Blaauw.
De liefde en de dwaasheid.
De biddende.
De wijnrank en de olm.
Nanna.
Tafelliedje.
Klagt.
De mensch en de vloo.
De sterrezienster.
Tegenstrijdigheid.
Herdersdicht.
Vergankelijkheid.
Op den dood van een aap.
Noodiging.
De kleine bedelaarster.
Op een marmeren Amor.
De dieren.
Verveling en vermaak.
Hanna.
Het kind van den huize.
Een zalige,
aan de zijnen op deze wereld.
Lize.
Bemoediging.
De pijl.
Bepeinzing over den tijd.
Job Joren.
De oude schooijer.
De boekliefhebber.
Kinderhulde aan God.
Mijne geliefde.
Het lot van allen.
Mijne schrijvers.
De klapperman
in 1813.
De oude vrouw.
Mijn vaderland.
Dischgesprek.
Nanni.
Aan drie zusters.
Het ontrust gezin.
Vlinder en bloem.
De grijsaard in de lente.
Oene van Sneek.
Mannenwaarde.
Wiegelied, in den kersnacht.
De weduwe.
De spinster.
Aan Leonore.
Gebed voor allen.
Mannenkuischheid.
De grootmoeder.
Landvermaak.
Maria Stuart,
in de lente.
De vreugde.
Het ongenoemde meisje.
Aan een schilderkunst-dichter.
De krankzinnige in Bedlam.
Vrouwenlof.
Waar?
Aan den lezer.
[Verstrooide gedichten]
Berigt voor den eersten druk.
Inhoud
Gelegenheids- en mengeldichten.
Aan * * *
Op de vrage: Waarom ik geen Fransche verzen leerde maken?
Het mierennest.
Een nieuw gulden A.B.C.
Ter sluiting der wintervergaderingen van eene letterlievende maatschappij.
Studenten-tafellied,
bij de viering der tweehonderd en vijftigste verjaring van de vestiging der Leydsche akademie.
Aan mevrouw L** B**,
Op haar verjaardag.
Op het graf van Rhijnvis Feith.
Aan Elize,
met een ruiker, op haar verjaardag.
Op het trouwfeest van Mr. A.S. van Reesema en vrouwe S.E. Scheltus.
Ter uitvaart van J.L. Nierstrasz, Jr.
Kerslied. (Door eene Roomsch-Katholijke gemeente gezongen.)
Aan Mr. A. Bogaers.
In het album van ABm des Amorie van der Hoeven, Bij zijn vertrek naar de akademie.
Aan zekeren minnedichter.
Ter uitvaart van Cornelis Loots.
In het album van W.H. Suringar.
Bij den dood van O** S**,
Op zijn achttiende jaar gestorven.
Op de grafzerk van J.L. Nierstrasz, Jr. in het koor der kerk te Alphen.
In het album van mr. S. Ipz. Wiselius.
In het album van P. van Limburg Brouwer.
In het album van mejufvrouw G** S**.
Ter bruiloft van mijn zoon mr. H.P.J. Tollens en mejufvrouw C.C. van Marle.
***
Nieuwjaarszangen,
Voorzang.
Tusschenzang.
Slotzang.
Dichtregelen,
door een der kinderen opgezegd.
Cantate
Voorzang.
Tusschenzang.
Slotzang.
Zangen,
Voorzang.
Tusschenzang.
Slotzang.
Een twaalftal minneliedjes.
Themire.
Aan Filira.
Mylon.
Agathis.
Raadgeving.
Blandine.
De verklikking.
Clorinde.
Aan de meisjes.
Thersander.
De jagtpijl.
De liefde op het ijs.
Stukjes,
tot den afval van Belgie betrekkelijk.
Avondbede in december 1830.
's Konings verjaardag.
Volksgezang.
Lied der Leydsche studenten,
bij hun terugkeer uit het leger naar de akademie.
De algemeene bededag.
De val der citadel van Antwerpen.
Aan Chassé en zijne krijgsmakkers,
bij hunne terugkomst in 't vaderland.
De verjaardag van den prins van Oranje.
Volksgezang.