Anansi komt naar Nederland

Regelnummers proza verbergen

[p. 17]

Anansi, de dode koe en Tijger

1Anansi, de spin, die de kost moest verdienen voor zijn gezin, kreeg haast niets van 2wat hij meebracht. Dikwijls moest hij met een lege maag naar bed, wat hem niet 3zinde. ‘Dat gaat zo niet langer,’ dacht hij, ‘hard werken voor weinig loon, en niet 4eens voldoende te eten, dat kan niet.’

5Na lange overpeinzingen besloot hij vet te stelen uit de maag van een koe. De 6toegang tot de maag van de koe verkreeg hij op slinkse wijze.

7‘Ik ga nog niet naar huis,’ dacht hij, ‘ze moeten die gulzigheid eerst maar eens 8afleren. Eerst eet ik zelf wat en dan ga ik Tijger er eens tussen nemen!’

9Na wat gegeten te hebben, klopte Anansi bij Tijger aan en vroeg hem of hij in zijn 10kippenhok kon overnachten. ‘Ja,’ antwoordde Tijger met zware stem. Anansi kroop 11in het kippenhok.

12Midden in de nacht steeg er echter rook omhoog, omdat hij bezig was het vet te 13bakken dat hij nog overhad. Tijger werd wakker van de geur en liep naar het 14kippenhok toe. ‘Anansi, wat gebeurt hier?’ ‘Van schrik heb ik een plasje in mijn broek 15gedaan. Geef me een gedeelte van dat vet, want om je de waarheid te zeggen: ik heb 16honger gekregen.’ ‘Eet maar naar hartelust,’ zei Anansi. Tijger at tot hij niet meer 17kon en vroeg Anansi, waar hij het vet vandaan had. ‘Ik wil het je wel vertellen en je 18meenemen, maar met jou zou ik wel eens betrapt kunnen worden en jijzelf misschien 19ook wel.’ ‘Welnee, ik ben toch niet gek.’ ‘Nu goed, morgenavond neem ik je mee.’

20Tijger geloofde het maar half en ging Anansi de volgende avond halen. Samen 21gingen ze naar de stal van de Koning. Anansi prevelde enkele toverspreuken, de koe 22ging open en samen traden ze naar binnen. Anansi vulde zijn jachttas met vet terwijl 23Tijger alles opat wat Anansi afsneed. ‘Neem je geen stuk voor je vrouw mee?’, vroeg 24Anansi. ‘Snijd nog vlug een stuk af, dan ga ik alvast naar buiten.’ Tijger sneed en 25trof de koe per ongeluk in het hart, waardoor die direkt dood neerviel. ‘Heb ik het 26niet gezegd? Nu zijn we erbij!’ ‘Help me, Anansi,’ jammerde Tijger. ‘Kruip jij in de

[p. 18]

27darmen, dan ga ik in de pens,’ antwoordde Anansi. Zo gezegd, zo gedaan.

28De dode koe werd naar het abattoir vervoerd, waar een veearts het beest onderzocht. 29De pens, die toch weggegooid zou worden, werd meegenomen door een paar oude 30mannen, die deze best lustten. Eén van de mannen sneed de pens open en Anansi 31sprong eruit voor iemand hem zag. Daarna begon hij te schreeuwen: ‘Jullie zijn 32allemaal gek. De doktoren weten niet waarom de koe is overleden. Geen van hen kan 33een goede diagnose stellen. Is het niet verspilling van 's lands geld? Ik weet het veel 34beter dan al die geleerde mannen met hun knappe koppen en hun lange namen.’

35Toen de Koning dit hoorde, liet hij Anansi halen en vroeg hem of hij gek geworden 36was. ‘Wat zegt U? Ik ben niet gek, maar U bent het, omdat U zich van alles wijs laat 37maken.’ ‘Weet je niet tegen wie je spreekt? Ik ben de Koning.’

38De doktoren vroegen Anansi zich in het bijzijn van de Koning te verantwoorden. 39‘Je verklaart je nader of je wordt gevangen genomen, vagebond!’ ‘Sire, ik ben maar 40een arme jongen die op de armenschool is geweest. Ik heb niet veel geleerd maar 41wel veel ervaring opgedaan. Men zegt in de regel dat dromen bedrog zijn maar mijn 42hoofd bedriegt me niet. De koe is vermoord door Tijger, die volgens mijn droom in 43zijn buik moet zitten. Als U de darmen laat opensnijden zult U hem vinden, maar U 44moet maatregelen nemen om hem gevangen te nemen, want hij zal proberen te 45vluchten. Hij was een tijdje mijn vriend maar vanwege zijn smerige streken ga ik niet 46meer met hem om. Ik wed dat als hij mij ziet, hij durft te zeggen dat ik de koe 47gedood heb.’

48De koe werd onderzocht en Tijger werd gevonden. Anansi kreeg een beloning, zoals 49in de geschiedenisboeken van Suriname staat vermeld.