nissen, die gedurende de volgende eeuwen gansch de wereld zouden doen
schokken en beven, die de bestaande maatschappelijke verhoudingen zouden vaneen
scheuren, om daarvoor nieuwe in de plaats te stellen.’
De gastheer dankt den eerwaarden vader voor zijn ‘schoone rede’;
maar voor hij een ‘bepaald besluit’ neemt, wil hij ‘in de stilte van den nacht
daarover peinzen.’
‘Het is reeds laat, wij allen zijn vermoeid en morgen wacht ons
weder heel veel, daarom nog een beker geledigd op den goeden
uitslag uwer zending,’ zoo besluit hij met de dronkemanslogica, waarvan de heer
Kramer het geheim bezit.
Dan gaan ze allemaal naar hun slaapvertrek.
Ik zal de volgende hoofdstukken maar in een vlugger tempo
doorgaan...
Er ontstaat geestdrift; heer Willem met z'n zoon
Dirk zullen naar Palestina trekken. Vijftig man nemen ze
mee; de 17-jarige ‘hofjongen’ Peter en een paar andere
lijfeigenen moeten thuisblijven, en gaan er daarom in stilte van door.
Het leger kruisvaarders komt bij Konstantinopel; hier wordt
Peter, de weggeloopen hofjongen, opgevangen; deze vertelt,
hoe hij met 'n ordelooze troep onder Peter van Amiens al vooruit geweest is. Peter wordt
schildknaap van Jonker Dirk... Nicea wordt belegerd; in den
strijd raakt Jonker Dirk gevangen; Peter
vindt op het slagveld een Turk half dood; hij laat hem verzorgen, teneinde van
hem te vernemen, waar in de stad de Jonker gevangen gezet kan zijn; de Turk
zegt: ‘naast de groote moskee.’ Peter hoort vertellen, hoe
de Turken hun vijanden, als deze te dicht langs de muren wandelen, met ijzeren
haken vangen en naar boven sleuren. Hij besluit, zich op zoo'n manier in de
stad te laten trekken.
‘Reeds den volgenden morgen nam hij zijn maatregelen. Op het bloote
lichaam wond hij den tulband van zijn gevangene, verborg zorgvuldig eenige
Turksche sieraden, zocht naar een aantal vijltjes, bevestigde deze met een
kettinkje onder de oksels zijner armen,