De schadt-kiste der philosophen ende poeten(1621)–Jan Thieullier– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina vjj] [p. vjj] Sonet Op het Treur-vertoogh vanden Gheest-rycken. I. Thievllier. THieullier ghy sijt vorwaer door wiens Treur-ghedicht Der oudder Griecken lof blyft teenegaer verdwenen, Nu ghy in Mechelen her-bauwt een nieu Athenen Door uwen Herder clouck ghecomen in het licht: Den Bock: eertijdt den prijs voor die sulcx ha'en gheesticht, Den Aerdtveyl, en Laurier die hunnen cop beschenen Te weynich sijn voor v; want ghy dogh sijt den ghenen Die aenghenamer werck ons hier hebt aenghericht. Het Nederlandts Toonel 'twelck plocht te wesen haut Door v in 't Mechels pleyn verandert is in gaut, Wel weerd om yet vernufts op 'tselue te vertoonen. V sy dan eeuwigh lof, v roem, en uwen naem Verluijde de Basuijn van de vol-ooghde Faem; Want sy sijn alle weerde wel duysent Lauwer-croonen. Ivstvs de Hardvyn P. Vorige Volgende