Litanie, van onse lieve Vrouw’, vooren zijn gestelt int Latijn.
331
[pagina VIII]
[p. VIII]
Lof-sangen ter eeren vande H. Maghet ende Moeder Godts Maria, diemen plagh te singen in tijt van peste oft haestige sieckte: int latijn beginnende. Haec est praeclarum.
335
De voorgaende Lof-sangh in Rijm, ende Latijn.
337.339.
Noch een anderen Lof-sangh, tot Maria de Moeder Godts.