Oo
Olie persen wy uit raap-of vlas- of hennipzaad.
Onder twee groote Molensteenen, die naast malkander overeind staan en aldus
ronddraaijen, wordt dat Zaad verpletterd. Dan wordt dat verpletterde Zaad in
eene yzere pan heet gemaakt, in kleine wollene zakjes gedaan, tusschen eenen
omslag van leder gelegd, in de pers gezet, en door het geduurig neêrschieten
van zwaare balken de Olie 'er uitgeslaagen. (Dit alles is in
het plaatje aangeduid.)
Men brandt Olie in Lampen en Lantaarens. De Zeep is
niet anders dan gekookte Olie met potäsch. Voeg hierby de
Olieverf, zo noodzakelyk in ons Land, en dat meest alle Kunsten en Handwerken
zouden moeten stilstaan by gebrek van Olie; en oordeel uit
dit alles, of 'er wel iets van grooter geryf in ons Land is dan de Olie.
In andere Landen, waar geen Zaad groeit, perst men Olie uit verscheidene boomvruchten, waaronder de Olyven de
voornaamste zyn. De Olyf-of Boom-olie is mede in ons Land eene zeer algemeene
behoefte.