Ee
De Eendragt of eensgezindheid is de eerste
Vaderlandsche Deugd. Daarom verkoozen onze Voor- ouders ook zulk een Wapen en
zulk eene leerryke en algemeene Zinspreuk.
‘Kinderen moeten eendragtig leeven. 'Er moet Eendragt heerschen tusschen Vader en Moeder, tusschen een geheel
Huisgezin, tusschen een geheel Maagschap, tusschen de Gebuuren, tusschen alle
de inwooners eener Stad of Plaats, tusschen Regenten en Onderdaanen. Dus alleen
kan een Huisgezin, eene Maagschap, eene Stad of Landstreek recht gelukkig
zyn’.
‘Eendragt moet 'er heerschen tusschen de Steden en
Dorpen in elke Provintie, en tusschen alle de zeven Provintien. Dan eerst kan
ons geheele Vaderland recht bloeijen, en vermogend en aanzienlyk zyn’. Dit
alles kan ons Wapen ons overal herinneren: want men vindt het overal.
(Veele schouders draagen hier eenen last. Veele pilaaren één gebouw.
De kindertjes speelen eendragtig rondom het Standbeeld. De Staaten gaan naar de
eendragtige Vergadering.)