Beelden en stemmen(1887)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 110] [p. 110] XIX. Stadsgezichtje. Der scheemring sluier dekt de kleine stad. De grachten glinstren, nat van winterdamp. En, diep in 't water, flikkert, hier en daar, De rosse weerschijn van een winkelruit Of 't bevend lichtje van een gazlantaarn. In scherpe lijnen, tegen de avondlucht, Verrijst de kerk, de masten van een schip, Getande gevels en ontblaard geboomt: Een donkere ets, waar alle kleur versmelt In effen tinten, twee slechts: licht en bruin. En, trillend, laat, verdubbeld door den vloed, Waar de oude schipper met zijn bonten muts, Het platte vaartuig klankloos voorwaarts drijft, Een bootslantaarn een langen lichtstreep na. Vorige Volgende