Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bybel der natuure of historie der insecten. Deel 2 (1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bybel der natuure of historie der insecten. Deel 2
Afbeelding van Bybel der natuure of historie der insecten. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Bybel der natuure of historie der insecten. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.50 MB)

Scans (94.73 MB)

XML (2.93 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bybel der natuure of historie der insecten. Deel 2

(1980)–Jan Swammerdam–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Tab. XLI. Explicatio.

Fig. I.

Vermis, qui intus in cute sua in Nympham mutatus est.

a.a.a.Externa cutis indurata, & in tres flexuras contracta.
b.c.d.e.Quatuor ultimi Abdominis Annuli, qui ob corporis contractionem vacui, cavi & aëre pleni sunt.
f.Spatium inane, quod in externa cute inter Vermis Caput & Nympham intus haerentem datur, at paulo tamen obscurius apparet, quam id, quod postica parte in quatuor extremis Annulis modo monstravimus.
g.Intus recondita Nympha, quam nigra macula, extus in cute conspicua, designat.

Fig. II.

Cutis dissecta, & intus haerens Nympha conspectui exposita.

a.Nympha tenui sua cute etiamnum vestita.
b.b.Fistulae ejus pulmonales evolutae, quarum quatuor heic monstrantur.
c.Cranium una cum Caeteris capitis cornei & Rostri partibus depositum.

Tab. XLI. Verklaart.

Fig. I.

Een Wurm, die inwendig in syn huyt tot een Pop verandert is.

a.a.a.De uyterlyke huyt verstyft, en in drie bogten getrokken.
b.c.d.e.De laatste vier Ringen van den Buyk, die leedig, hol en vol lugt syn, door het in een kruypende lighaam.
f.De ledige plaats, tusschen het Hooft des Wurms in het uyterlyke vel, en het inwendig Popken, dat wat duysterder sig vertoont, als wel agter in de vier laatste Ringen geschiet.
g.Het inwendig verborge Popken, dat door een swart vlaksken op de huyt afgebeelt vertoont wort.

Fig. II.

De huyt open gesneeden, en het inwendig Popken vertoont.

a.De Pop nog in syn dunne huyt beslooten.
b.b.Syne afgestroopte Longpypen, waar van dat 'er vier vertoont worden.
c.Het afgeleyde Bekkeneel, met de vordere Deelen van het hoornbeenig Hooft en de Bek.
[pagina 93]
[p. 93]

Fig. III.

Partes Nymphae in Verme, ex cute sua protracto, exhibentur.

a.a.Antennae.
b.Caput cum Proboscide.
c.c.Primum par Crurum.
d.d.Par Alarum.
e.e.Alterum par Crurum.
f.f.Tertium par.
g.Abdomen ejulque Annuli.
h.Cauda.
i.i.Fistulae pulmonales, quae tunicas ex parte deposuerunt.
k.Intestina itidem tunicis suis ex parte spoliata.
l.Podex de cute rescissus, Intestinis etiamnum adhaerens.

Fig. IV.

Nympha, sive partes, modo in Verme enumeratae, heic nunc eleganti ordine digestae, magnitudine admodum aucta, repraesentantur.

a.a.Antennae.
b.b.Oculi, in quibus divisiones hexagonae nondum conspici possunt.
c.Proboscis sub Capite.
d.d.Primum par Crurum.
e.e.Par alterum.
f.f.Binae Alae eleganter complicatae.
g.Annulares Thoracis divisiones.
h.Tertium par Crurum.
i.i.Nigra quaedam Puncta corpori inscripta.
k.k.k.k.Quatuor aperturae Pulmonum.

Fig. V.

Pinguedo Nymphae.

a.Pinguedinis figura mutata.
b.b.Nonnullae ramificationes asperae Arteriae per Pingue dispersae.

Fig. VI.

Ventriculus & Intestina in Nympha; quibus etiamnum adfixa pinximus Caput & Caudam Vermis.

a.Gulae principium.
b.Oscorneum Capitis, Rostrum, & intro tracta Crura.
c.Gula per Medullae rimam, sub Cerebro, versus Ventriculum tendens: quod distinctioris perceptionis gratia sic delineavimus.
d.Ventriculus rugosos suos flexus, fistulasque pulmonales monstrans.
e.Oblongae striae Ventriculi.
f.Tubulus apertus, intus in Ventriculo haerens, per hunc transparens.
g.Intestinum tenue, sexies contortum.
h.Intestinulum in varios flexus convolutum, intus in Intestino conspicuum.
i.i.Crispae Intestinuli hujus convolutiones.
k.Locus, quo Intestinum tenue sese dilatat,

Fig. III.

De deelen van het Popken, in de Wurm vertoont, soo als hy buyten syn vel gesepareert is.

a.a.De Spiesjes.
b.Het Hooft met de Snuyt.
c.c.Het eerste paar Voeten.
d.d.Het paar Vleugelen.
e.e.Het tweede paar Beenen.
f.f.Het derde paar.
g.De Buyk en syn Ringen.
h.Den Staart.
i.i.De Longpypen, die voor een gedeelte vervelt syn.
k.De Darmen, die meede voor een gedeelte vervelt syn.
l.Den Aars van het vel afgesneeden, en aan de Darmen gelaaten.

Fig. IV.

De Pop, of de opgetelde deelen in de Wurm, nu in een cierlyke order geschikt, heel in 't groot vertoont.

a.a.De Spiesjes.
b.b.De Oogen, waar in de seshoekige verdeelingen nog niet sigtbaar.
c.Den Snuyt onder het Hooft.
d.d.Het eerste paar Beenen.
e.e.Het tweede paar.
f.f.Het paar Vleugelen, cierlyk gevouwen.
g.De Ringwyse verdelingen van de Borst.
h.Het derde paar Voeten.
i.i.Eenige swarte Stippelen op het lighaam.
k.k.k.k.Vier Longs-openingen.

Fig. V.

Het Vet in het Popken.

a.De veranderde figuur van 't Vet.
b.b.Eenige Takken van den Slag-ader door het vet verspreyd.

Fig. VI.

De Maag en Darmen in het Popken: maar waar aan het Hooft en de Staart aan de Wurm vast getekent syn.

a.De Keel in haar beginsel.
b.Het Hoornbeen van het Hooft, de Bek en de ingetrokke Beenen.
c.De Keel, die door het gat in de Merg onder de Hersenen naa de Maag gaat: dat tot meerder begrip soo getekent is.
d.De Maag met haar rimpelige bogten ende Longpypen.
e.De langwerpige streepen van de Maag.
f.Een geopent Pypken dat sig van binnen door de Maag heenschynende vertoont.
g.De dunne Darm die sesmaal gerimpelt is.
h.Een kronkelbogtig Darmken, binnen in den Darm.
i.i.De kronkelige bogten van dit Darmken.
k.De plaats daar den dunnen Darm sig verwydt,
[pagina 94]
[p. 94]
atque quatuor Intestina caeca, unico e trunco vel tubo oriunda, emittit.
l.Locus, quo Intestina crassa cum tenuibus uniuntur.
m.m.Globosae quaedam dilatationes, & mira divisio contentorum in uno ex caecis Intestinis heic ostenduntur.
n.n.Miri flexus & convolutiones Intestinorum caecorum.
o.Locus, quo superiora duo caeca in unum coëunt.
p.p.Flexus alterius Caeci superioris.
q.q.Curvationes tertii Caeci.
r.Hujus finis caecus.
s.s.Convolutiones quarti Caeci.
t.Hujus finis annulatus & caecus.
u.Nodiformes dilatationes Coli.
x.Dilatatio Coli major.
y.y.Duae maximae dilatationes Coli.
z.Podex infra Rectum.

Fig. VII.

Medulla spinalis in Nympha & Musca.

1.2.3. &c.Undecim noduli Medullae spinalis, recta nunc exporrecti & a se mutuo diducti.
a.Cerebrum, supra quod duae tunicae corneae Oculorum, una cum hexagonis suis divisionibus, ruditer delineatae sunt.
b.Nodulus Medullae spinalis primus, qui situm suum servavit.
c.Noduli quatuor sequentes, qui notabile Ganglion nunc constituunt; dum interim sextus, septimus & octavus a se mutuo disjuncti sunt, atque Medulla spinalis, inter eos media, distracta est.
d.Tres ultimi Noduli, in situ suo relicti.
en alwaar dan vier blinde Darmen uyt hem spruyten, die haar oorspronk uyt een enkelde stam of pyp neemen.
l.De plaats, daar de dikke Darmen haar met de dunne vereenigen.
m.m.Eenige globeuse verwydingen, en dan de verdeeling der vuyligheden, in een van de blinde Darmen.
n.n.De wonderlyke bogten en krinkelingen deser blinde Darmen.
o.De plaats, daar de twee bovenste blinde in een loopen.
p.p.De bogten van den anderen bovenste Blinden.
q.q.De krinkelingen van het derde Blinden.
r.Syn eynde dat blint is.
s.s.De krinkelingen van het vierde blinde Darmken.
t.Syn eynde, dat ringwys en blint is.
u.De knoopagtige dilatatien in den Dikken Darm.
x.Een grooter dilatatie in den Dikken Darm.
y.y.De twee grootste dilatatien in den Dikken Darm.
z.Den Aars onder den regten Darm.

Fig. VII.

Het Ruggemerg in het Popken en in de Vlieg.

1.2.3. enz.De elf knoopkens van de Ruggegraat, die nu regt uytgerekt en van een geschoven syn.
a.De Hersenen, waar boven de twee hoornvliesige vliesen der Oogen, met haar seshoekige vordeelingen, ruwelyk afgebeelt syn.
b.Het eerste knoopken der Ruggegraat, dat syn plaats behouden heeft.
c.De vier volgende knoopkens, die nu een merkelyke Senuwknoop maaken, terwyl de sesde, sevende ende agtste van een geschooven syn, en de Ruggegraat tusschen beyden uytgerekt.
d.De drie laatste Knoopkens, die in haar situatie gebleeven syn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Bybel der natuure of historie der insecten (2 delen)