Werken. Deel 6(1934)–Michiel de Swaen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 257] [p. 257] Uytbreydingh op den lofsangh Veni Sancte Spiritus Tot slot Com, o heyligh Geest, en send Uyt des hemels Firmament 't Strael van uw doorschynend licht, Comt, o gever aller goet Vader, die den aermen voedt, En een ieders hert verlicht. Besten trooster, com met spoet, Soeten gast van ons gemoet Lieffelycke laeffenis; In den aerbeyt, waere rust, Matigheyt in heete lust Troost voor die in lyden is. Saligh licht, stookt uwen brant In ons hertens ingewant Door 't geloof u toegewyt; Sonder uwe godtheyts cracht Is er in den mensch geen macht, Is er niet van quaet bevryt. Wasch met uwe reyne loogh Alle vuyl, besproey het droogh [pagina 258] [p. 258] Heelt de wond van ziel en lyf: Buygt wat stram is en verstaelt, Stiert, wie van den wegh afdwaelt Broedt wie coudt is ende styf. Deelt uw kristene gemeent Door geloof en hoop vereent Uwe seven gaven mee; Geeft den loon, de deught bereyt, Geeft het end der saligheyt, Geeft hen d'eyndelose vree. Amen. Tot meerder Eere, en glory Godts EYNDE den 13 mey 1706 Vorige Volgende