Dongen, Martin;
Dongen, Martin; (heeft langer dan 30 jaar belangeloos de jeugd in de omgeving van Combé helpen vormen. In 1951, toen er elders in het land geen buurtehuis bestond, kreeg Dongen (toen 27 jaar) toestemming de ‘ondro oso’ van zijn ouderlijke woning aan de Costerstraat 65 in te richten als buurtehuis. Het was een trefcentrum, waar ruim 100 jongens en meisjes regelmatig bij elkaar kwamen en zich in een ontspannen sfeer hebben bezig gehouden met binnenspelen. Het buurtehuis werd geopend door de toenmalige direkteur van Onderwijs dr. Johan Ferrier. Naast de binnenspelen werd er ook aan voetbal, basketbal en atletiek gedaan. Dit buurtehuis droeg de naam van Surinam, was het eerste buurtehuis in Suriname en had als motto ‘Wie de jeugd helpt, helpt dubbel’.
Buurtjongens en -meisjes die door Dongen gevormd zijn hebben het maatschappelijk ver geschopt. Enkele stonfoetoes van de buurt waren John en Henk Kamperveen, Palem, de gebroeders Vonsee, Van Leeuwaarde, August Jong A Tai, Rusie Jap Njie en Wim IJzer.
Behalve lichamelijke vorming moest Dongen in sommige gevallen financieel bijspringen, maar zijn zak had nooit een gat om dit te doen. Om aan middelen te komen werden fundraising-activiteiten gehouden.
In 1961 verschoof Dongen de activiteiten naar de NGVB. Hij wilde in een breder verband werken aan de vorming van de jeugd en stelde zich ter beschikking van de bond onder leiding van John Wessels. Hij kreeg de totale leiding van de jeugdafdeling (het ging om jongens van 14-17 jaar) en hiermee had hij een stap gedaan in de richting van georganiseerd jeugdvoetbal in Suriname.
Het terrein was verwaarloosd en Dongen moest veel werk