In oorlogstijd. Het volledige dagboek van de Eerste Wereldoorlog
(1979)–Stijn Streuvels– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 656]
| |
slagen rust. Ze zijn gevallen op een vlaschaardGa naar voetnoot1 en in 't open veld zonder verdere schade of ongelukken te veroorzaken dan wat gebroken ruiten in de omstaande huizen. Het veld waar ze gevallen zijn is op de afhangGa naar voetnoot2 van een heuveling en van uit mijn venster zie ik de gapende kuilen. Wat er die vlieger mag aangezet hebben hier op deze plaats zijn vernieling te komen uitstrooien, blijft een geheim en hij zal waarschijnlijk vertrokken zijn in de mening dat hij ‘nuttig werk’ heeft verricht. Wat er hier eigenlijk voor een vlieger te verrichten valt blijft een raadsel en militaire schade kan hij in uren in 't ronde niet veroorzaken. Daarbij, in geval hij iets treffen wil bv. de ijzerweg, - dan mag hij gerust tot op 50 meters neerdalen zonder afweer te vrezen, want er is geen kanon in heel de buurt... De uitleg bij de mensen is als volgt: soldaten waren aardappels aan 't stelen en gebruikten daartoe hun zaklampen, de vlieger zal gemeend hebben dat er troepenbeweging was en zijn ballast hebben laten vallen. | |
juli-september 1918Er gebeurt niets - we zien geen soldaten en over de streek is er uitwendig niets van oorlog te merken - buiten dat er in Kortrijk vreselijke dingen gebeuren met bommen. De woeker hoge prijzen echter gaan immer stijgend maar dat belet niet dat ik rustig kan werkenGa naar voetnoot3. In het tarweveld 3 meter van mijn venster af vinden de pikkers een bom - niet ontploft - aan het gevaar ontsnapt dus! Ik heb het vreselijke ding godvruchtig begraven - het zal geen kwaad meer aanrichten. |