In oorlogstijd. Het volledige dagboek van de Eerste Wereldoorlog
(1979)–Stijn Streuvels– Auteursrechtelijk beschermd3 januari 1917Een wagen tabak wordt opgeladen en weggevoerd. Er zijn 1.000 soldaten aangekondigd voor onze gemeente. In Kortrijk is er veel beweging op straat en de Uhlanen rijden over en weer om het volk uiteen te drijven. Er zijn werkelozen aangekondigd die terugkeren - en al wie zijn volk verwacht is op de benen. Inderdaad er komen werkelozen binnen - ik heb er gezien en gesproken - allen zijn in jammerlijke toestand - ziek of versuft! | |
5 januari 1917DertienavondGa naar voetnoot2, of Driekoningen, en inderdaad de oorlog en de nijpende nood heeft het oud feestgebruik niet kunnen afschaffen! Waar ik te velde voorbijga langs kortwoonsten en boerderijtjes - tegen [de] avond, stoortGa naar voetnoot3 de geur mij tegen van gebakken vet - menige moeder heeft de schuddepanneGa naar voetnoot4 of 't wafelijzer uitgehaald om hetekoekenGa naar voetnoot5 of wafels te bakken. Wat de mensen nu gedaan hebben om dat klutskeGa naar voetnoot6 bloem te verkrijgen kan men wel vattenGa naar voetnoot7... | |
[pagina 609]
| |
De eindeloze ellende die over de wereld heerst - het lijden van de menigte die worstelt tegen de dood ginder over het eindeloze oorlogsveld (die verspreid zijn ginder over het eindeloze oorlogsveld) - vervult al ons denken - En het onzekere van 't geen onszelf te wachten staat - onze vrijheid zijn we beroofd - onze tong is gesnoerd, onze voeten zitten in de klem - ons denken en doen ligt vast aan de schroeven die de beweldiger ons aanlegt - al wat we bezitten is ons ontnomen - van ons koper maakt men kartetsen, ons vee uit de stallen geroofd - boter en vlees ontnomen, de eieren van eerGa naar voetnoot1 ze al gelegd zijn - worden geteld en opgenomen (wij zelf dragen een ordenummer - en houden ons gereed om als werkelozen weggevoerd en slafelijk werkGa naar voetnoot2 opgelegd te worden onder de knoet van de beweldiger als slaven, ons pijpke tabak dat we zelf geplant hebben wordt door de vijand opgerookt en wat er nog komen moet moeten we afwachten. Ik zit hier laat in de avond - alleen - de enig wakende op heel de streek - en de Uhlanen die voorbijrijden speuren het verboden lichtstraaltje niet dat spaarzaam naar buiten piept. Bij 't vuur voel ik mij weeldig en bij 't glanzen van mijn lamp zit ik verdiept in geestesgemeenschap met de wijze Faust in 't verleden, met LamprechtGa naar voetnoot3 in boven 't verleden en 't heden en de toekomst, met ZarathustraGa naar voetnoot4 boven 't heden en 't verleden en de toekomst verheven (ontheven). | |
12 januari 1917Na middernacht neem ik ZarathustraGa naar voetnoot4 en alles rondom over de hele wereld zinkt weg en vergaat dat ik er zon, maan, al de sterren en ook de verschrikkingen van de oorlog bij vergeten kan. | |
21 januari 1917Al de notebomen moeten geleverd worden en op de tramstatieGa naar voetnoot5 gebracht. Daar liggen ze nu ook - de onschuldige slachtoffers van de oorlog die het sieraad uitmieken van menige hof- | |
[pagina 610]
| |
stede en kortwoonst. Ik merk echter dat het bolGa naar voetnoot1 van de bomen zo kort is en ik denk dat menige eigenaar een aantal stevige blokken zal overgehouden hebben om er kloefenGa naar voetnoot2 van te maken. | |
15 januari 1917Het vredevuur is weeral op een sisser uitgelopen en de mensen moeten maar nieuw geduld opdoen en berusten. Geruchten doen weer de ronde over een algemene aanval voor de lente en meteen ontstaat weer de angst om 't vooruitzicht om te moeten vluchten en alles te zien in stukken schieten. | |
18 januari 1917Te Harelbeke is een groot vliegpleinGa naar voetnoot3 aangelegd. De bomen langs de grote baan zijn afgezaagd en grachten gevuld en heel het land effen gemaakt - de boeren moesten zelf het werk uitvoeren. | |
19 januari 1917Te Kortrijk zijn er nu fabrieken van galochenGa naar voetnoot4 ontstaan - door de schaarste aan schoenen die nu 75 à 100 fr. het paar kosten. | |
21 januari 1917VerriestGa naar voetnoot5 wordt uitgenodigd om over Vlaanderen te gaan spreken voor 30.000 krijgsgevangenen in Duitsland. | |
23 januari 1917De onrust om de weggevoerde werkelozen duurt voort - ik heb een aantal briefkaarten gelezen die de ongelukkigen naar huis schrijven - allen vragen om eten - anderen hebben door overeengekomen geheime tekenen te verstaan gegeven dat het heel slecht is. De manier waarop ze dat te kennen geven is | |
[pagina 611]
| |
soms heel spitsvondig. Over 't algemeen gebruiken zij de naam van een gekende bakker of slachter en zeggen dat ze hem niet te zien krijgen. Enkelen nemen het al de lustige kant op en steken de draak met de soep. De onbeholpenheid van de stijl waarin de gevoelens gesteld zijn verhoogt de tragiek - 't zijn meestal mannen die nooit geschreven hebben - ze verhopen van U lieden hetzelfde als ze hun miserie uiteengedaan hebben en een sluit zijn schrift met ‘Uwe groeten!’ |
|