De triumph der vryheid(1795)–Naatje van Streek-Brinkman– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] Zevende tooneel. de voorigen, vryhart geboeid, hy nadert met eene geruste houding. aristocratus. Verrader! ha, uw list is eindelyk ontdekt - Uw rol is uitgespeeld - gy hebt onze eer bevlekt, Gy hebt zo vaak, vermomd, ons naar het hart gestooken - Dan, al uw snood verraad, zal op u zyn gewrooken; Gy hebt de Burgery verleid - en aangezet Tot laage muitery - ons hoog gezach verplet - En voor uw Souverain den eerbied steeds vertreeden, Hoe menig schuldig schrift is aan uw pen ontgleden! Dan 't schynt dat uw verraad daar meê niet waar voldaan; Gy maakte op nieuw een plan - gy wendde een pooging aan Om onze Burgery aan uwe zy' te keeren, Veelligt is 't eens uw plan, om zelf hier te regeeren! Doch dit is u mislukt - nu op de daad gevat - Wordt gy door deezen Raad voor eereloos geschat, Want dit geschrift - hy toont het hem. Ondekt ons uwe list nu nader, Gy wierdt oproerig - ja, een snoode landverrader! De wet eischt strenge straf, voor zulk een snood verraad - 't Geweeten zegt u reeds, wat u te wachten staat. vryhart, met grootheid. 't Geweeten wyt my niets - 't bleef rein, en ongeschonden, Ik heb 't gerust en vry en onbevlekt gevonden, [pagina 28] [p. 28] 't Kan echter mooglyk zyn, dat vrye taal u hoont - Maar hy, wiens edle ziel door Vryheid wordt bewoond, Schroomt nooit, door mond of pen, de waarheid bloot te leggen, Hy volgt zyn' vryen aart, wat Dwangzucht ook moog' zeggen - En schoon hy, door geweld, zyn recht vertreeden ziet, Zo blyft hy nochtans vry - hy schroomt de ketens niet. Zie daar myn antwoord! - want, ik weet my te waardeeren, En zal my nooit in 't stof voor Dwinglandy verneêren; De naam van snoodaart, dien ge alleen uit haat my geeft, Is slechts een ydle klank, wyl 't hart niet schuldig beeft!... aristocratus. Ter zyde. ‘Wat fiere taal!’ - Gy durft u nog onschuldig noemen, Kunt gy 't omwentlingsplan, door veinzery, verbloemen - Hem het Plan toonende. Is dit uw schrift niet? - spreek! vryhart op een' edelen toon. ô Ja dit is myn hand, Myn hart mint Vryheid steeds - 'k ben duur aan haar verpand, Maar 'k schreef dit voor my zelv', in myne ledige uuren. De Burger moet, helaas! het onrecht steeds verduuren! Wiens hart krimpt niet van weê, door 't geen hy daaglyks ziet? Met vuur. 'k Verbeeldde my alreê dat aangenaam verschiet, Als Neêrland eens op nieuw de Vryheid zal zien praalen - Als Slaverny en Dwang ten afgrond zullen daalen; Doch nimmer heb ik 't plan aan iemand meêgedeeld. [pagina 29] [p. 29] severus. Gy hebt daardoor het zaad tot snood verraad geteeld, Uw schuld is klaar, en door u zelven reeds bewezen, Gy moogt met recht voor wet en strenge straffen vreezen: Schoon gy uw snood verraad door schyn van Vryheid kleurt, 't Wordt ligt te laat door u met uwen dood betreurd. vryhart, met grootheid. Hy die onschuldig is zal voor den dood niet beeven! Ik ben overlang reeds môe, om als uw slaaf te leeven! Met nadruk. Misschien dat 't blind geluk, zich van uw zyde keert - Gy leert dan op uw beurt, hoe Dwangzucht wordt verneerd. aristocratus schelt. Vorige Volgende