Voorwoord tot het tweede deel
Verre boven de belangrijkheid van het eerste deel der kronijk, staat het verhaal van de gebeurtenissen uit de jaren 1786-1788, dat we geven in dit tweede deel.
Geheel het verhaal is opgesteld door den jongeren van der Straelen, door den zoon van den eerste, door Jan Baptist. Hij overtreft zijn vader als waarnemer en laat ook meer zijn hart meespreken.
Maar ook de gebeurtenissen dezer jaren zijn historisch van meer beteekenis dan de vorige. Het begint met de veroveringen die den Marmittenoorlog besluiten. En al dadelijk staan we in volle binnenlandsche roerigheid. Keizer Jozef II pleegt op 1 Januari 1787 een waren staatsaanslag, en we voelen den opstand dag voor dag groeien bij het lezen van dit verhaal. Het is echter te Antwerpen dat wij het volgen en wel te midden der burgerij. En daar brengt ons van der Straelen de eene onthulling na de andere omtrent de verwikkelingen dier opstandigheid. Het materiaal dat hij ons biedt is van uit sociaal, van uit sociologisch oogpunt, te bestudeeren. Het is een allerbelangrijkste bijdrage tot de psychologie der omwentelingen.
Maar het is tevens ook een hoogst belangrijke getuigenis voor onzen eigen Brabantschen landaard en volksgeest. Het verleden, dat door Jozef II miskend werd, spreekt, klaagt, jubelt er in.
En de geschiedenis van ‘Antwerpen in de Brabantsche Omwenteling’ kan, dank zij deze stof en de stof die gaat