Refereinenbundel, Anno 1524
(1930)–Jan van Stijevoort– Auteursrecht onbekend
[pagina 194]
| |
Aliud IC
| |
[pagina 195]
| |
30[regelnummer]
Ga naar margenoot+Dit moet ghelooft sijn oft als wech gesmetelick
en verghetelick worden int helsche ghebroijt
Want drie syn een / niet af ghespletelick
soe segick wetelick / in al tgheloue soet
Dats twonderlickste datmen ghelouen moet
35[regelnummer]
Tswerelts sceppinghe / dwerck der incarnacien
dat sacrament van groter gracien
dit syn al wercken in speculacien
wonderlick en swaer
Soe veele te meer sonder compacien Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
es wonderlick in contemplacien
die cause van dier wercken fundacien
daer wt sy spruten claer
Dats god een int wesen dats openbaer
drie personen een paer / want de wercken groot
45[regelnummer]
Der drieuuldicheyt en syn niet verscheden / maer
onghedeelt voerwaer / dits te gelouene noot
Soe dan tvier bernende vlammich en root Ga naar voetnoot47
is heeter dan tloot / dat bernt in des forneys gloet
Soe syn drie personen / een wesen / een hoot
50[regelnummer]
wonderlyker bloot / dwelc my verhalen doet
dats twonderlickste datmen ghelouen moet
Al syn die wercken vander drieuuldicheden
onghedeylt / soe oec god es telcke steden
soe dat deen doet dat doet dander mit vreden
55[regelnummer]
nae sgheloefs vermaen
Ga naar margenoot+Nochtans die drieuuldicheyt hier beneden
niet en is gheboren noch en heeft gheleden
noch oeck verresen / mer die sone heeft gestreden
en menschelicheyt ontfaen
60[regelnummer]
Noch de drieuuldicheit en is niet neer ghegaen
den discipulen aen / als stercken dondere Ga naar voetnoot61
Noch als een duue op iesum ghestaen Ga naar voetnoot62
| |
[pagina 196]
| |
mer dit heeft ghedaen / die geest als oorcondere
Noch sy en heeft niet gheweest als vermondere
65[regelnummer]
ghy syt myn sone bisondere / inden vloet
Mer twas de vaer / dits wonder bouen wondere
het brengt my tondere / dies myn hert blyft goet
Dats twonderlickste datmen ghelouen moet
Twonderlickst heet ic noch aen elcken cant
70[regelnummer]
dat meest valt teghen tnatuerlick verstant
want onwetenheyt doet verwonden te hant
de consciencie
Men vint gheen dinck noch noijt en vant Ga naar voetnoot73
in ons gheloue soet en plaijsant
75[regelnummer]
dat meer des menschen engien hout inde bant
dan myn intencie
Te syne drie sonder violencie
een essentie nade figure
Een substancie (hoort doet diligencie)
80[regelnummer]
gheen differencie / inder godheyt pure
Tschynt ommers een wonderlyke cure
bouen nature verstant cracht lyf en bloet
Tes nochtans vast ghelyck een mure
Ga naar margenoot+dies ic voldure / en segghe sonder ontspoet
85[regelnummer]
Dats twonderlickste datmen ghelouen moet
Prinche
Dat wonderlixt is blyct noch meer siet
men vint gheen artikel noch gheen bediet Ga naar voetnoot87
daer meer onghelouenne is in gheschiet
en ketterye
90[regelnummer]
Deen seyt dat de vader heeft gheleden tuerdriet
dander dat de vader en is niet ghelyck iet
de sone / ende dat de geest en es god niet
tes vilonije
| |
[pagina 197]
| |
Dander eert vier personen mit herten blije
95[regelnummer]
dander pertije / wilt drie goden betrouwen
De cause is twonder / dat een is drije
tschynt fantasije / die de ketters doet flouwen Ga naar voetnoot97
En hen verstant verdonkeren en benouwen Ga naar voetnoot98
soet int aenscouwen / daenschyn verdonckert doersproet
100[regelnummer]
Hier omme moet ickt mitten doctoors houwen
die sonder vercouwen / my gheuen de voet
Dats twonderlickste datmen ghelouen moet
|
|