Passi, Paesch, en Pinxter gezangen
(1740)–Johannes Stichter– AuteursrechtvrijStemme: Poliphemus.DIe gaat wand'len, en moet reysen,
Wilt eens peysen,
En met rijp gemoet verstaan;
| |
[pagina 17]
| |
Hoe dat Jesus met zijn Moeder,
En zijn Hoeder,
Na Ierus'lem is gegaan.
Zy zogten Jesus, na veel vragen
Zy hem zagen
In den tempel, ha! wat vreugt:
Hy zat onder de Doctoren,
Haar te hooren
En te vragen wijse deugt. Och! zijn Moeder kond' naauw spreeken,
Zeyt, met smeeken:
Ach! qy zogten u met pijn'
Maar hy zeyt, met liefd' en vreesen:
Ik most wesen
Daar mijn Vaders zaken zijn.
Onsen Jesus, (God aansienlijk)
Ging zoo vriend'lijk
Met heer an na Nazareth;
Daar hy beyd' zijn Ouders dienden,
(Als Gods vrienden)
Om vervullen 's Hemels wet.
Goeden Jesu wilt my geven
In dit leven,
Dat ik u gestadig zoek;
Op dat ik mag zijn gereekent,
En geteekend,
Als uw Kint, in uwen Boek.
|
|