Beesel
Dorp, ontstaan in de middeleeuwen nabij de Tasbeek en voor het eerst genoemd in 1275. Beesel ontwikkelde zich tot een kransakkerdorp met als einden het Bussereind, Ouddorp en Rijkel. Te Ouddorp verrees rond 1400 een eerste kerk. Beesel behoorde toen tot het ambt Montfort en na 1716 tot het Staats Overkwartier. Als gevolg van de aanleg van rijksweg Venlo-Roermond (1831-'32) verschoof de bebouwing meer naar het oosten. Na de Tweede Wereldoorlog kreeg het dorp vingervormige uitbreidingen.
De
R.K. St.-Gertrudiskerk (Kerkplein 2) is een driebeukige kerk met driezijdig gesloten koor en een toren van twee geledingen met ingesnoerde spits. De kerk werd in 1925-'26 gebouwd naar plannen van C.J.H. Franssen ter vervanging van een uit 1840-'42 daterende voorganger. De in 1944 beschadigde
Beesel, Kasteel Nieuwenbroek
kerk werd in 1947 hersteld; herbouw van de toren volgde in 1954. Het H. Hartbeeld (circa 1950) is in terracotta uitgevoerd.
Het voorm. raadhuis annex brandspuithuis en cachot (Markt 1) werd in 1876 gebouwd in sober neoclassicistische vormen. Het dwars geplaatste pand heeft een souterrain, een bordes en een middenrisaliet met fronton.
De voorm. R.K. lagere St.-Jozefschool (tegenover Burg. Janssenstraat 3) werd in 1884 gebouwd als een openbare vierklassige gangschool.
Kasteel Nieuwenbroek (Ruys van Splintersingel 12) ligt op een omgracht terrein met nederhof. Het oorspronkelijk afzonderlijk omgrachte kasteel zou volgens een ‘vervalste’ akte al in 1325 hebben bestaan. Het huidige L-vormige tweelaags huis met eenlaags aanbouw dateert in zijn geheel uit de tweede helft van de 16de eeuw en werd vermoedelijk gebouwd in opdracht van Johan van Holthuysen. De kopse zijden hebben laat-gotische trapgevels met overhoekse pinakels, terwijl er uit dezelfde tijd ook restanten van vensteromlijstingen in maniëristische vormen (circa 1590) bewaard zijn gebleven. In 1731 behoorde het huis aan Arnoldus Franciscus Bosman en Anna Catharina de Heusch, die inwendig enkele stucplafonds in Lodewijk XIV-stijl en een bordes-steektrap met balusterleuning lieten aanbrengen. De empire-vensters zijn vermoedelijk toegevoegd toen Henricus Albert Jacobus Ruys en Jeanette van Afferden het huis in 1787 in bezit kregen.
De nederhof bestaat uit drie vleugels om een binnenhof. In de zuidgevel bevindt zich een hoog poortpaviljoen met doorrit. In de twee windvanen zijn het alliantiewapen Bosman-De Heusch en het jaartal ‘1731’ verwerkt. Uit die tijd stamt ook de poortomlijsting met geblokte dorische pilasters in versoberde vormen en een fronton in Lodewijk XIV-vormen. Het alliantiewapen Ruys-Van Afferden werd kort na 1787 toegevoegd. Op het terrein van de nederhof staat een lage - vermoedelijk laat-18de-eeuwse - ronde duiventoren met zeszijdig helmdak en duivenopeningen.
Het voorm. brouwershuis (Markt 2), een gebouw met wolfdak en hardstenen vensteromlijstingen, is bij de ingang gedateerd ‘1821’.
De windmolen ‘De Grauwe Beer’ (Drakenweg ong.) is een bergmolen met een achtkante romp en een met dakleer beklede kap. Oorspronkelijk in 1604 gebouwd als Zaanse houtzaagmolen heeft men in 1891 romp en kap te Beesel hergebruikt voor de huidige korenmolen. Na het herstel van de oorlogsschade in 1952 volgde een restauratie in 1982-'83.
De R.K. begraafplaats (Huilbeekweg ong.) is ontstaan als kerkhof rond de in 1840 afgebroken middeleeuwse dorpskerk. Belangrijke graftekens zijn onder meer de grafsteen met kruis voor burgemeester E. Ruys van Nieuwenbroeck († 1862) en het postament met kruis voor pastoor H. Tacken († 1907).
Huis Waterloo (Waterloseweg 6-12), gelegen ten zuidoosten van Beesel,