Havelte, Landhuis Overcinge, dienstwoning
dienst te gaan doen. Na vertrek van de Volkshogeschool werd het in 1984 opnieuw gerestaureerd. Daarbij heeft men de situatie van vóór circa 1870 zoveel mogelijk teruggebracht, maar de aanbouw aan de oostzijde is gehandhaafd.
Aan de noordzijde van het voorplein staat een vierkant, vroeg-17de-eeuws poortgebouw met rondbogige doorgang. Inwendig zijn later consoles aangebracht met een mannen- en een vrouwenkop. Enkele dwarsbalken hebben gesneden maskers. Op de hekpijlers bij de toegang tot het terrein, staan schildhoudende leeuwen (circa 1910) met de wapens van de families Kymmell en Linthorst Homan. Aan de zuidzijde van het voorplein staat een boerderij die in 1870 is herbouwd, nadat de oude boerderij en enkele bijgebouwen in 1869 waren afgebrand. De boerderij is in 1962-'63 gerestaureerd. Op het terrein staan verder een vijfzijdig tuinhuisje (circa 1910) in neorenaissance-stijl en een dienstwoning (Overcingelaan 3), gebouwd rond 1920 als koetsierswoning naar een neorenaissance-ontwerp van A. Zwikker. De houten voetgangersbrug uit circa 1910 is in 1998 gerestaureerd. Woonhuizen. Het gepleisterde eenlaagspand Wittehuis (Dorpsstraat 29) heeft een 17de-eeuwse kern, maar kreeg zijn huidige uiterlijk met omlijste ingang rond 1840. Het heeft korte tijd, tussen 1857 en 1864, gediend als raadhuis. Tegen het huis heeft men in de 18de eeuw een hallenhuisboerderij opgetrokken (Dorpsstraat 27). Rond 1890 opgetrokken zijn de voorm. brugwachterswoning Rijksweg N.Z. 3, met krimp en gepleisterde omlijsting, en het huis Rijksweg N.Z. 2 (circa 1890). Voorbeelden van vroeg-20ste-eeuwse eenlaags huizen zijn: Dorpsstraat 2 (circa 1900), de dubbele woning Boskampsbrugweg 12-14 (circa 1915) met mansardedak, het middenganghuis Loosweg 1 (circa 1925) met portiek en verhoogd middenrisaliet, en Raadhuislaan 11 (circa 1925) met gebroken tentdak. De rond 1935 gebouwde huizen Dorpsstraat 15-17 en Dorpsstraat 26 vertonen zakelijk-expressionistische invloeden.
Boerderijen. Havelte heeft een groot aantal hallenhuisboerderijen, waarvan diverse met een oude kern. Tot het midden van de 17de eeuw gaat de boerderij Overcingelaan 2 terug. Deze boerderij heeft een langgerekt voorhuis met opkamer annex bedstede, een bedrijfsgedeelte met dwarsdeel en een vrijstaande houten schaapskooi met midden-17de-eeuws ankerbalkgebint. Voorbeelden van hallenhuisboerderijen met een 18de-eeuwse kern - gedateerd met jaartalankers - zijn Dorpsstraat 14 (1743), met dwarsdeel en bakhuis, Dorpsstraat 12 (1744), met twee dwarsdelen, bakhuis en schaapskooi, en Overcingelaan 1 (1759), met langgerekt voorhuis en haaks aangebouwde houten bijschuur. De laatste boerderij heeft in de topgevel een muuranker waaraan een uitstekend gesmeed jaartal is bevestigd. Dat is ook het geval bij de topgevel van het woongedeelte van Dorpsstraat 3 uit 1779; boven de achterbaander van het bedrijfsgedeelte zijn de jaartalankers ‘1791’. De in de kern 18de-eeuwse, deels onderkelderde en met langsdeel uitgevoerde boerderij Overcingelaan 5 is in 1970 vanuit Tweeloo (gemeente Meppel) naar Havelte overgeplaatst. Een 18de-eeuwse kern hebben verder nog Van Helomaweg 23, uitgevoerd met houten voorschot, en mogelijk ook de keuterij Dorpsstraat 1 met dubbel woongedeelte. Van rond 1800 dateren de keuterij Kosterijstraat 1, de boerderij Van Helomaweg 31 met bijschuur en in het voorhuis een opkamer met bedstedenwand, en Van Helomaweg 25 met de jaartalankers ‘1804’. De uit 1816 daterende hallenhuisboerderij Dorpsstraat 4-6 (1816) heeft een deels onderkelderd, naar links uitgebouwd woongedeelte en een bedrijfsgedeelte met dwarsdeel. Op het erf staan een bakhuisje en een houten schaapskooi op bakstenen voet. Andere voorbeelden van
hallenhuisboerderijen met dwarsdeel uit het begin van de 19de eeuw zijn Van Helomaweg 27-29 (1817), met tegeltableaus in de woonkeuken, Van Helomaweg 2 (1823), met dubbel voorhuis en bakhuisje, en Boskampsbrugweg 15 (1832), met hoekbaander. Rond 1860 gebouwde boerderijen met een dwars geplaatst (deels onderkelderd) voorhuis zijn: Wartena (Raadhuislaan 13), met dwarsdeel en stookhok, Rijksweg N.Z. 13, met omlijste ingang en langsdeel, en Rijksweg N.Z. 14-15, met langsdeel, bijschuur en varkenshok. Bij de laatstgenoemde boerderij staat het voorhuis vóór een oudere boerderij en is het bovenlicht van de ingang voorzien van een gietijzeren ornament in de vorm van een paard. Een deels onderkelderd, dwars voorhuis hebben ook Rijksweg N.Z. 7 (1864) - vóór een oudere boerderij met langsdeel - en Oosterweidenweg 1 (circa 1875). Anders van opzet zijn de uit 1863 daterende krimpenboerderij Oosterweidenweg 4 en de met ingezwenkte lijstgevel uitgevoerde kop-rompboerderij De Wal (Van Helomaweg 3), waarvan het bedrijfsgedeelte met langsdeel is voorzien van een sluitsteen met het jaartal ‘1861’. Laat-19de-eeuwse hallenhuisboerderijen met dwarsdeel en deels onderkelderd woongedeelte zijn De Hilde (Kosterijstraat 2; circa 1885), met hoekbaander, bakhuisje en houten schaapskooi op bakstenen voet, en Osseweidenweg 1 (1898).
Voorbeelden van vroeg-20ste-eeuwse ontginningsboerderijen - voornamelijk uitgevoerd met dwarsdeel - zijn de krimpenboerderij Oosterweidenweg 9 (1905), de forse boerderij Wilhelminahoeve (Meenteweg 7; 1913) met langsdeel, de keuterij Dorpsstraat 10 (circa 1915) en verder de boerderijen Van Helomaweg 17 (circa 1920), met twee dwarsdelen, De Weide Hoek (Meenteweg 2-3; 1923), met ouderwoning, en Meenteweg 1 (circa 1930) met bakhuis.
De windmolen Molenweg 29 is een achtkantige stellingmolen met een bakstenen onderbouw en een met riet