Bokhoven, R.K. kerk St.-Antonius Abt, praalgraf Engelbert van Immerseel en Hélène de Montmorency
de katholieke godsdienst uitoefenen. De kerk van Bokhoven, bediend door norbertijnen, was tot 1794 een toevluchtsoord voor rooms-katholieken uit het omringende gebied, dat onder het gezag van de Republiek viel. In de Tweede Wereldoorlog liep het dorp zware schade op. Door de aanleg van de nieuwe Maasdijk (1956) is de visuele relatie tussen dorp en rivier grotendeels verloren gegaan.
De R.K. kerk St.-Antonius Abt (Gravin Helenastraat 1) is een eenbeukige laat-gotische kruiskerk met driezijdig gesloten koor en dakruiter; de westtoren telt twee geledingen en heeft een ingesnoerde spits. Na vernielingen door Gelderse troepen in 1498 werd omstreeks 1500 een nieuw schip opgetrokken bij de bewaard gebleven, mogelijk 15de-eeuwse, toren. De overwelfde doopkapel aan de noordzijde van de toren werd tegelijk met of kort na het schip gebouwd. De traptoren aan de zuidzijde van de toren is na de bouw van het schip toegevoegd. In 1610 werd het koor vergroot en het transept toegevoegd. In 1771 kreeg de toren een nieuwe westingang. Na vernielingen in 1944 restaureerde men de kerk in 1947-'50. De spitsboogvensters van het schip kregen nieuwe traceringen en gebrandschilderd glas van de hand van R. van der Pol; de koorvensters werden in oude (dichtgemetselde) vorm hersteld. Aan het zuidtransept kwam een kleine uitbouw voor de biechtstoel en aan de noordzijde werd een sacristie aangebouwd.
De toren heeft inwendig een kruisribgewelf op gebeeldhouwde kraagstenen en verder een houten portaal met barokke beelden uit omstreeks 1730. Het kerkinterieur is voorzien van tongewelven van stucwerk uit 1771, met rococo-ornamenten door Johannes Goyssens. In het noordtransept staat het bijzonder fraaie, marmeren praalgraf van graaf Engelbert van Immerseel, heer van Bokhoven († 1652) en zijn vrouw Hélène de Montmorency († 1648), in 1649-'50 gemaakt door Artus Quellinus. Het monument was oorspronkelijk bedoeld voor de Predikherenkerk te Antwerpen, maar werd in 1651 in Bokhoven geplaatst. Uitgebeeld zijn de liggende figuren van de graaf en gravin, gekroond en in staatsiegewaad. Aan de voorzijde heeft de tombe een tekstplaat geflankeerd door een griffioen en een leeuw en door de familiewapens. Het barokke hoofdaltaar uit omstreeks 1700 is afkomstig uit de St.-Michaëlskerk in Dennenburg. Van de rijke inventaris noemen we verder alleen nog: een laat-gotisch kruisbeeld (15de eeuw), een beeld van St. Anthonius Abt (laat-15de-eeuws), een beeld van St. Cornelius (omstreeks 1730) en een rijk gesneden preekstoel met voorstellingen uit het leven van de H. Norbertus (midden 19de eeuw, met enkele oudere beelden). Het orgel, in 1790 gebouwd door Johannes Mitterreither, werd hier in 1982 geplaatst.
Van kasteel Bokhoven (Gravin Helenastraat 2) resteert het kasteelterrein omgeven door een (droge) slotgracht. Aan de straatzijde zijn twee ronde torens en een deel van de ommuring tot halve hoogte bewaard gebleven, alsmede de toegangsbrug met toegangspoort, nu in de vorm van een toegangshek. Het kasteel verrees omstreeks 1500, nadat een ouder kasteel in 1498 door de Geldersen was verwoest. Franse troepen verwoestten het hoofdgebouw en de voorburcht respectievelijk in 1672 en 1794. De restanten zijn in 1972 hersteld en aangevuld.
Woonhuizen. Het huis Driekoningenplein 5 is een in 1948 herbouwde kopie van het oorspronkelijke rechthuis uit 1631. Het huis Driekoningenplein 6 stamt uit omstreeks 1880 en heeft aan de ene zijde een trapgevel en aan de andere kant een driezijdige sluiting met neogotische vensters. Halverwege de zijgevel bevindt zich een achtkante traptoren met spits.
Het voorm. Veerhuis (Bokhovense Maasdijk 12) is een uitspanning nabij de oude veerplaats, omstreeks 1870 gebouwd met eclectische details.