Andronicus(1741)–Frans van Steenwijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 5] [p. 5] Toewying Aan de kundige oefenaren der Nederduitsche dichtkunste. Rechtschapene Yveraars voor de eedle Poëzyë, Die, Kenners van de kunst, en vreemd van vleijeryë, In spyt van d'overmoed der woeste Onwetendheid, Het leerzaam Dichterdom op 't gloriespoor geleid! Kunstlievende Oefenaars! myn yver durft het wagen U myn' Andronicus, myn' eerstling, op te dragen. Geen roekelooze drift, geen hatelyke waan, Geen vleijend zelf bedrog, maar leerzucht noopt my aan, Om op uw' oordeeltoets myn feilen na te speuren. Zoo zal uw dierbre gunst myn hulde billyk keuren: Zoo vrees ik voor myn dicht, myn nedrige offerhand', Geen wrevle lasterzucht van 't schendziek Onverstand. F. v. STEENWYK, de Jonge. Vorige Volgende