Den distelvink
(1649-1650)–Jacob Steendam– AuteursrechtvrijGe-eygend, an alle recht-sinnige lief-hebbers der ware Christelijke verbeterde Gods-dienst.Stem: Nu steld het puyk van soete keelen. 1.
GY Christi ware Ledematen,
Gy Iesu eygen ondersaten,
En rechte Erf-genamen Gods:
Ontsluyt u hart: en buygd u neder,
Voor dees' onbuygelijke-Ceder:
En onbewegelijke-Rots.
2.
Dees' Rots, en Ceder, Hoofd, en Hoeksteen:Ga naar margenoot+
Wiens herd're-toorts ons (na den vloek) scheen:
In 't heyl-vervreemde duyst're-dal.
Wiens staf (als heerschende) sal groeyen,
En als Aarons-Roede bloeyen.
Dien A, dien O, dien groten al.
Die d' Oude-slang het breyn verpletterd:Ga naar margenoot+
En onse wonden (vuyl be-etterd)
| |
[pagina 15]
| |
Geneest: wiens Godheyt (sonder end)
Is uyt sijns Vaders schoot gekomen,
En heeft ons menscheyt angenomen:
In God, en Mensch: bey ongeschend.
4.
An-schoud sijn Goddelijke-klaarheyt:
Gaat in dit Licht, dees' Wech: in waarheyt:Ga naar margenoot+
Door het Geloof, en Liefd, en Hoop:
Want buyten hem en is geen leven.Ga naar margenoot+
Des levens-kroon sal hy u geven,
So gy Christ'lijk beleefd u Doop.
5.
Want dees' Voorsegger, Priester, Koning,
(Gesalfd in Sending, Hulding, Kroning,
Die was, die is, die komen sal)Ga naar margenoot+
Wil noyt de sondaren verdoemen:
Maar sondens-slaven, kinder noemen,
Nochtans hier veel gesteld ten val.
6.
Dit is Gods-Soon: dies wild hem kussen:Ga naar margenoot+
Die 't rokend-vlas niet uyt sal blussen:Ga naar margenoot+
Noch breken het gekreukte-riet.
Die u belast op hem te steunen:
En op geen eypen werken leunen,
Noch heyligen, noch anders yets.
7.
Geen Pop (gewiegd in Kerk, of Klooster)
Maar dese is alleen ons Trooster:
Op wien al 't Heyr des Hemels past.
An-vaard dan een gerechten yver,
Waar van Gods kennis is d' an-drijver:
En maakt so u verkiesing vast.
| |
[pagina 16]
| |
8.
Beminde, opend 's harten koffer,
En volgd de Wijsen, brengt ten offer
Dees' eeuwige-Melchisedek,Ga naar margenoot+
Lof, prijs, en dank: hem die ons krachtigGa naar margenoot+
Heeft door een offering (waarachtig)Ga naar margenoot+
Verlost: van sondens vuyle-drek.
9.
Als u dees' nuw-geboren-Schepper,Ga naar margenoot+
En stage aller-dingen Repper,Ga naar margenoot+
De Star sijns Woords toond hel, en klaar:
Op dat hy sich, in d' al-vernuwing,
En in de Geestelijke-huwing
Met u versel: in 't nuwe-jaar.
10.
Het nuwe-jaar dat ons leerd mijden
Het oude quaad, en 't hart besnijden:
De Slang (door 't vel) veranderd haar:
Doetsoo: neemt an den Nuwen-mensche.
Hier toe ik yder Lid-maat wensche
Een eeuwig, salig Nuwe-jaar.
Jacob Steendam. Noch vaster. |
|