Brieven (2 delen)

Aan Dr. J.J.F. Wap¹⁾.

293. Wildenb. 19 Mei 1828:

Weledele Heer

Op den Prager student²⁾ welken ik UwEd. had gezonden is nog een derde daarmede zamenhangend stukje gevolgd dat ook met een Plaatje³⁾ in den ‘Almanak voor het Schoone en Goede’ zal komen; doch maakt zulks nu een Nieuwen Titel en nog enige andere kleine verandering voor den student noodzakelijk waarom ik een twede - buitendien verbeterd afschrift insluite dat nu tot copie moge strekken. UwEd. gelieve het eerstgezondene aan stuk te scheuren om verwarring voor te komen.

Ik leg er een paar Puntdichtjes⁴⁾ bij ingevolge van UwEd^s mij wel geworden letteren uit 's Gravenhage. Meer dan dit tweetal had ik niet’....

1) 1806 geb. Wap studeerde in Gent, in 1828 werd hij leeraar aan de Milit. Academie te Breda; hij was tevens redacteur van het weekblad de ‘Argus’ (1828-29).

2) Jaromir te Praag. Belg. Muzenalmanak 1829. Het heette eerst: ‘De Prager Student’.

3) St. stond aan den Redacteur Steven het gedicht alleen af als er een plaatje bijkwam. De uitvoerige beschrijving van het plaatje is met den brief in het familiearchief bewaard.

4) Vrijheid en Kniedicht. Belg. Muzenalmanak 1829 en Bundel 1837, IV, blz. 140 en 142.