Steeck-boecxken, ofte 't vermaek der jeugdelijcker herten(1725)–Jan Jansz. Starter– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 128] [p. 128] Aen de Jonghmans. MYn Hert is altijdt soo beklemt, Of 't in een Ton met water zwemt; Om dat ick onlanghs heb mijn Trouw Verquackelt aan een Weduw-Vrouw: Sy heeft vijf Kinders, en geen Goedt, Dat maackt my een bezwaart Gemoedt. Aen de Dochters. ICk ben in anghst, en vol verdriet, En kan my nergens bergen niet; Mijn Hert verkleumt in 't Water-Vat, Ick liever by een Vrijer sat, Die my slechts maackte tot een Vrouw, Soo raackten ick uyt druck en rouw. [pagina 129] [p. 129] Vorige Volgende