Steeck-boecxken, ofte 't vermaek der jeugdelijcker herten(1725)–Jan Jansz. Starter– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 112] [p. 112] Aen de Jonghmans. VAn Herten ben ick straf en wreet, 'k Vergeet niet licht'lijck eenigh leet: Schoon iemandt my bidt om gena, Ick sulcks al heel geen acht en sla: Mijn Wreetheydt is soo groot en zwaar, Dat 'k niet ontsie mijn Moer noch Vaar. Aen de Dochters. ICk schijn soo wreet gelijck een Schaap, En val van Wreetheyt haast in slaap: Maar 't Leeuwen Hert dat steekt 'er in, En soeckt geen Weerga in de Min; Nors en Stuurs, en Wreet en Fel, Aansie ick ieder Jongh-Gesel. [pagina 113] [p. 113] Vorige Volgende