Steeck-boecxken, ofte 't vermaek der jeugdelijcker herten(1725)–Jan Jansz. Starter– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 68] [p. 68] Aen de Jonghmans. EElhart maackt garen goede cier, Eelhart bemint de Wijn en 't Bier, Eelhart en vraaght niet wat het kost, Als hy maar smeeren mag sijn Borst: Eelhart bemindt de koele Wijn, En wou wel altijdt vrolijck zijn. Aen de Dochters. EY soete Meydt en veynst soo niet, Wanneer men jou te Drincken biedt, Want 'k weet voorseker dat jou Hert (Dat meest door Dranck behouden werdt) Soo haackt en snackt na koele Wijn, Dat het steedts tracht daar by te zijn. [pagina 69] [p. 69] Vorige Volgende