Extractum Katholicum, tegen alle gebreken van Verwarde Harsenen
(1631)–Joannes Stalpaert van der Wiele– Auteursrechtvrij
[pagina 208]
| |
LXVI. Dosis.
| |
[pagina 209]
| |
II.
Heeft God deur waerheyd, en door geest,
Ons afgekeurt den dienst der Missen;
Zoo staekt met eenen onbevreest
De Vonten, en de Nachtmael-dissen.
III
Maer dit was Christus mening niet:
Gelijk ghy aen de klare merken
Van doop, van brood, van wijn wel ziet,
Gebruikt ook in uw’ eigen Kerken.
IIII.
Hy keurde dan voor eerst: dat hem
De nieuwe wet der Christianen
Aenbidden zou met beter stem
Als Ioden en Samaritanen.
V.
Want d’eene gaf hem maer de mond,
Ontrekkende den dienst des harten.
En d’ander knocht aen Goods verbond
d’Afgoden noch, tot meerder smarten.
VI.
Hier vooren zouden nu alleen
De Nazarenen God beminnen;
En boven all’ de Pharizeen
Hem dienst bewijzen ook van binnen.
VII.
De tweede keur was niettemin;
Dat nu al om, en t’allen tijen,
Hem off’ren zou het Christ gezin
Den reinen offer Malachiae. Ga naar margenoot+
VIII.
Ziet nu of ghy de Christen Mis
| |
[pagina 210]
| |
Niet opentlijken, en moet bekennen
Dat ons hier deur, bevestigt is,
Die gy hier deur, ons zocht te schennen?
|