Voorwoord.
Kennismaking met de psychiatrie is voor mij op velerlei wijze een ontgoocheling geworden, zo sterk dat ik mijn vertrouwen hierin nog lang niet heb teruggevonden.
Alhoewel ik weet, dat de aanwezigheid een realiteit is en alhoewel ik ook besef, dat het voor mensen hulp kan betekenen.
Mijn ontgoocheling werd aanvankelijk veroorzaakt door een voor mij onvoorstelbare strijd om macht, aanzien, positie, ideeën of idealen, te vaak met voorbijgaan van die mensen die hulp nodig hadden. Inplaats van terecht te komen in een wereld waarin het persoonlijk kontakt de omgangsvormen tussen mensen bepaalde, kwam ik terecht in een onpersoonlijke, kille, vaak afschuwelijke wereld.
Later werd mijn ontgoocheling veroorzaakt door de vervreemding die zich van mijn persoon dreigde meester te maken, door wantrouwen en radicalisering, waartoe ik mij liet verleiden, om niet steeds te vluchten.
In Rosalie heb ik iemand leren kennen in wie ik een stuk enthousiasme en geloof in het vak heb