Basuin-klank vervatende eenige uitgelesen Psalmen Davids, lof en feest-gezangen, en geestelike liedekens
(1662)–Tjaert Sonnema– Auteursrechtvrij
[pagina 141v]
| |
heerlik, Vol genaeden; Hoogh en machtigh
zijn Uw daeden.
2.
Gy Perel en Gy waerde Kroon,
Gy Godes en Mariën Soon,
O Koningh hoogh gebooren!
Uw heiligh Woord ons vestenis
Als suiver melk en honigh is,
Voor Lely wert verkooren:
Mijn bloem! Mijn roem!
Hosianna, Hemels Manna
Geeft my eeten,
Uwer kan ik niet vergeeten.
3.
Gy geeft mijn hert een helre schyn,
Gelyk een Jaspis of Robyn,
Door Uwer liefdes vlamme;
Doet my de vreughd, dat ik doch blyf
Een rib des levens aen Uw lyf,
Een tak van Uwe Stamme;
Uw Throon Is schoon,
Als de roosen Die 'er bloosen,
Staet Gy pronken,
Ay! Gy doet mijn hert ontfonken.
| |
[pagina 142r]
| |
heerlik, Vol genaeden; Hoogh en machtigh
zijn Uw daeden.
4.
Een vreughden schyn van U ik hael,
Wanneer Gy met U oogh-gestrael
Tot my komt vriendlik blikken;
O Jesu Christ, mijn hooghste goed,
Uw Woord, Uw Geest, Uw lyf en bloed
My innerlik verquikken;
Mijn schilt, Ai! wilt
In Uw armen Met ontfarmen
My behouwen,
Op U wil ik my vertrouwen.
5.
Mijn God, mijn helt tot aller stond,
Gy hebt my voor des werelts grond
Van eeuwigheid geminnet;
Uw Soon wil self getuighe zijn,
Ik ben de Sijn, Hy is de mijn,
Wy zijn noch wel gesinnet:
Mijn God, Mijn Lot,
Wilt my geven Hemels leven,
Gonst bewysen,
Eeuwigh sal mijn geest U prysen.
| |
[pagina 142v]
| |
6.
Laet hooren vry der snaeren klang,
Laet ook der stemmen soet gesang
Mijn hert inwendigh raeken;
Och! dat ik met mijn Bruidgom mocht
Eens haelen een bly herten-tocht,
In liefde my vermaeken!
Singet, Springet,
Rept uw keelen, Wilt nu speelen
Hem ter eeren,
Machtigh is de Heer der Heeren. ☞
|
|