't Kleyn lust-hofje vol van bruyloft-zangen, echt-liedekens, houwlijcx-baken en feest-gedichten
(1649)–Hendrik Jacobz. Soetenboom– Auteursrechtvrij
[pagina 320]
| |
Stemme: Van den vijfden Psalm.GOdts g'nade, zegen, en goetheden,
Wensch ick de Bruydegom en Bruydt,
De Heer geleydt u in en uyt,
Al na zijn liefste wil en zeden,
In liefd' en vreeden.
2. V Bruylofs-Feest wilt nu hanteren,
Godt-vruchtelijck met lof en deught,
Genuchelijck met soete vreught,
Op dat u Bruylofts converseren,
Is tot Godts eeren.
3. Die u als sijn lief kinders kleyne
In 't Huwelijck nu heeft gepaert,
| |
[pagina 321]
| |
Weldadelijck van goeder aert
Leeft met malkanderen gemeyne,
Suyver en reyne.
4. Soo sal Godt sijn zegen uyt-gieten
Over u altijdt meer en meer,
En u vol-starcken in zijn leer,
Gelucksalige kind'ren genieten,
Sonder verdrieten.
5. V liefd' en toegeneyghd' gemoeden,
Met trouw en beloften vervaet,
Tot een Christ'lijcke Echte-staet,
Wil u de Heere in behoeden
Ende op-voeden.
6. In deughden ende goede zeden,
Tot blijdtschap van u Ouders goet,
En eere van het naeste bloet,
De Heere geeft u zijnen vreede,
En saligheden.
Na beter. |
|