[Voorbericht]
Eens was het speelgoed schoon, glinsterend, volmaakt in het kinderoog! Het was al het geluk der kleinen, tot dat hier een poot van een paard gebroken, daar de bajonet van een soldaat gebogen, ginds het wiel van een wagen gekraakt, verder het trommelvel tot bersten geslagen en de koddige Jan-Klaasen van armen en beenen beroofd werd; of beter gezegd, tot dat het kind moê gespeeld was en naar verandering verlangde.
Toen werd het speelgoed in een oude kas geworpen, waar het vergeten liggen bleef, tot dat de kleine weêr eens langs dien kant kwam snuffelen, het oude en gebrokene weêr nieuw vond en het, zoo niet volmaakt, dan toch waardig keurde om andermaal voor den dag gehaald te worden.
Kom, het gebogene recht gezet! Het paard hinkt zeer goed op drie pooten, de wagen rolt wel op drie wielen; een houtje hier, een koordje daar aangebracht en het oude speelgoed dient weêr.
O die zucht naar verandering bij de kinderen!
En wij, volwassenen, handelen wij niet evenzoo?
Ik ook raap rechts en links, in Noord en Zuid, mijn sedert jaren achteloos weggeworpen speelgoed bijeen en, bedrieg ik mij? ik vind nu dat het nog wel waard is het andermaal ter tafel te brengen en er een oogenblik meê te spelen, al moge er hier en daar iets, zelfs wat veel, aan ontbreken.
Hoe het zij, deze kleine schetsen, novellen, invallen, weêrspiegelingen, indrukken en verschillende gemoedsaandoeningen, worden den welwillenden lezer als oud speelgoed goedhartig aanbevolen.
1878.