Moeders bloemen(1926)–Agatha Snellen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 1] [p. 1] [pagina 2] [p. 2] Moeders bloemen. Het vroolijk zonnetje scheen reeds lang Ons kleine Keesje op 't gezicht, Toen 't manneke eindlijk wakker werd En zich hield opgericht. Toen riep de zon: ‘Wees nu niet lui, ‘Sta op, jou kleine guit! ‘De klok slaat straks al zeven uur, ‘Spring vlug je bedje uit!’ En.... één, twee, drie! hij sprong er uit! En vond zich toen een echte held, Hij riep zijn broertje toe: ‘Ga mee, ‘Naar buiten op het veld! Wij plukken daar voor moederlief De mooiste bloemen dan, En geven haar die aan 't ontbijt, Ze houdt er zooveel van!’ En in de frissche morgenlucht Liep gauw het vroolijk tweetal voort, Ze plukten bloemen groot en klein Van allerhande soort! En thuis zei ieder: ‘Hoe zoo vroeg? Wat zijn jullie gaan doen?’ Toen gaven ze blij hun bloemenschat Aan Moeder met een zoen! [pagina 3] [p. 3] Vorige Volgende