Poëzy(1753)–Hendrik Snakenburg– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 226] [p. 226] Zinspelende gedachten. ALziende waerelds oog, uw licht beschouwt het al, En daelt ten hemel af door nevel, lucht, en wolken, En ziet het diep geheim der allerlaegste kolken, Voor u ligt alles bloot, zelfs 't minste lotgeval. Ei zie, hoe deze ziel in woeste wisselbaren, Op een ontheisterd wrak, gesloopt door storm en wind, Zich reddeloos, in nood, van hulp verlaten vind, Vermeesterd door 't geweld van woedende gevaren. God' lof, ik zie een baek, in dezen duistren nacht, Die licht my helder toe, en schynt een' weg te wyzen. 't Geloof ontvonkt myn' geest; ik voel 't vertrouwen ryzen. Myn hoop word ondersteund, door een verborgen kracht. Aenbidlyk hemelvuur, versterk myn matte leden. Uw stralen zyn my meer, dan roer, dan riem, dan kiel, Begeef my niet in nood, opdat myne arme ziel De haven krygen moog', bedoeld in haer gebeden. Vorige Volgende