verpleegkundige bij zitten, omdat die er nu eenmaal toch is. Je gaat, zo heb ik gemerkt, ook eerder koffiedrinken in de koffiekamer. Een verloskamer is immers een benauwde plek waar je boven op elkaar zit, snel uitgekeken bent en die je daarom met gezwinde spoed weer wilt verlaten. Na de bevalling ga je dan ook eerder weg. Een ziekenhuis is bovendien geen plek om na een bevalling nog lang na te kletsen. Er valt voor de verloskundige nauwelijks iets te eten of te drinken. Daarbij moet de verloskamer weer aan kant gemaakt worden voor de volgende bevalling.
In het ziekenhuis heerst er naast vriendelijkheid vooral orde en efficiëntie en dat hoort ook zo, want anders zou het er een chaos worden. Dat is ook precies wat er nodig is als er in het geval van een complicatie snel en efficiënt gehandeld moet worden. Als je als verloskundige met een vrouw binnenkomt die snel een infuus nodig heeft of een kunstverlossing, is het ziekenhuis een absolute genade. Je wordt hartelijk ontvangen en iedereen loopt zich uit de naad om alles snel voor elkaar te krijgen. Maar ook als je als zwangere voor een bepaalde tijd opgenomen moet worden met een acuut probleem of een acute ziekte, is het ziekenhuis een weldaad. In die gevallen is een ziekenhuis op zijn best en wordt het gebruikt waarvoor het is bedoeld.